ECLI:NL:GHAMS:2018:3046
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning door bijzondere curator in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van een minderjarige door zijn moeder, [X]. De bijzondere curator, mr. S. Rozemeijer, heeft verzocht om de erkenning van de minderjarige door [X] te vernietigen. De zaak is ontstaan na de echtscheiding van [X] en [Y], die in 2016 is ontbonden. De minderjarige is geboren uit een kunstmatige donorbevruchting en is erkend door [X] als ongeboren vrucht in 2015. De rechtbank Noord-Holland had eerder het verzoek van de bijzondere curator en [X] om de erkenning te vernietigen afgewezen.
In hoger beroep heeft het hof de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld. De bijzondere curator heeft aangevoerd dat [X] geen contact meer heeft met de minderjarige en dat het in het belang van het kind is dat de erkenning wordt vernietigd. Het hof heeft vastgesteld dat [X] en [Y] tijdens hun huwelijk bewust voor een zwangerschap hebben gekozen, maar dat zij al voor de geboorte van de minderjarige hun relatie hebben beëindigd. Sinds januari 2017 heeft [X] geen contact meer met de minderjarige, en de ouders van [X] hebben ook geen contact meer met het kind.
Het hof heeft geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is om de erkenning door [X] te vernietigen, omdat er geen verwachting is dat [X] in de toekomst een rol zal spelen in het leven van het kind. De beslissing van het hof is gebaseerd op de overweging dat het belang van het kind het beste gediend is wanneer zijn feitelijke verzorgers ook zijn juridische ouders zijn. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de erkenning door [X] van de minderjarige vernietigd, met de opdracht aan de griffier om dit aan de ambtenaar van de burgerlijke stand door te geven.