ECLI:NL:HR:2003:AG1758
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van beschikking en teruggave van inbeslaggenomen goederen in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht. De klaagster had een beklag ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, met als doel de teruggave van inbeslaggenomen goederen, waaronder een zwartlederen handschoen en foto's. De Rechtbank had het klaagschrift van de klaagster ongegrond verklaard, met de overweging dat de inbeslaggenomen foto's nog deel uitmaakten van het strafdossier en dat het belang van de strafvordering zich verzette tegen teruggave. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de Rechtbank ten onrechte de klaagster ontvankelijk heeft verklaard in haar verzoek om teruggave van de foto's, aangezien er geen beslag was gelegd op de foto's zelf. De Hoge Raad heeft de bestreden beschikking vernietigd voor zover het betreft de foto's en de klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klaagschrift met betrekking tot deze foto's. Wel heeft de Hoge Raad de teruggave van de inbeslaggenomen handschoen aan de klaagster gelast, ondanks dat deze inmiddels was vernietigd. De Hoge Raad heeft opgemerkt dat, nu de teruggave van de vernietigde handschoen feitelijk niet meer mogelijk is, artikel 119, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing is, wat betekent dat de klaagster mogelijk recht heeft op een schadevergoeding indien de handschoen een verkoopwaarde had gehad.