ECLI:NL:HR:2003:AF8162
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en de zelfstandigheid van onroerende zaken
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1992. De naheffingsaanslag, ter hoogte van ƒ 88.279, was opgelegd aan belanghebbende na bezwaar, maar werd door het Hof vernietigd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onterecht heeft geoordeeld over de zelfstandigheid van de nieuwbouw van een onroerende zaak, die door belanghebbende werd verhuurd. De Inspecteur had gesteld dat de nieuwbouw als een zelfstandige onroerende zaak moest worden aangemerkt, maar het Hof oordeelde dat de voor- en achtergedeelten als één complex moesten worden beschouwd. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad concludeert dat het Hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de nieuwbouw niet als zelfstandige zaak kan worden aangemerkt, en dat de Inspecteur zijn stelling niet heeft ingetrokken. De zaak zal nu opnieuw worden beoordeeld door het verwijzingshof, dat zal moeten vaststellen of de nieuwbouw na gereedkomen een zekere zelfstandigheid bezat.