ECLI:NL:HR:2003:AF7985
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor moord met betrekking tot bewijsvoering en deskundigenrapporten
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij de verdachte is veroordeeld voor moord tot een gevangenisstraf van tien jaar. De Hoge Raad behandelt de zaak op 24 juni 2003, waarbij de verdachte, gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rijnmond, in cassatie is gegaan tegen de uitspraak van het Hof. De advocaat van de verdachte, mr. P.L. van Dijke, heeft middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof in zijn bewijsbeslissing niet onterecht heeft verwezen naar een sectieverslag van de patholoog-anatoom en een rapport van een getuige-deskundige, ondanks dat deze niet expliciet in de bewijsmiddelen waren opgenomen. De Hoge Raad benadrukt dat de rechter bij de beoordeling van feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de bewezenverklaring, voldoende nauwkeurig moet zijn in zijn overwegingen. De Hoge Raad concludeert dat de bestreden uitspraak niet tot cassatie kan leiden, omdat de middelen van de verdachte niet overtuigend zijn.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de veroordeling van de verdachte voor moord, waarbij het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk en met voorbedachten rade het slachtoffer heeft doodgeschoten. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het Gerechtshof, waarbij de verdachte is veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf.