ECLI:NL:HR:2007:AZ4752
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden inzake schuldheling van een schilderij
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 februari 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor schuldheling van een schilderij, dat hij in zijn bezit had gekregen onder verdachte omstandigheden. De Hoge Raad oordeelde dat het hof verzuimd had om met voldoende nauwkeurigheid aan te geven op welk wettig bewijsmiddel de bewezenverklaring van schuldheling was gebaseerd. Dit betreft met name de identificatie van het schilderij als een olieverfschilderij, wat cruciaal was voor de beoordeling van de zaak. De Hoge Raad benadrukte dat de rechter bij de beoordeling van feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de bewezenverklaring, deze met zorg moet onderbouwen en de gebruikte bewijsmiddelen moet specificeren. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor een nieuwe behandeling. De zaak betreft een verdachte die in de periode van 29 februari 2004 tot en met 18 maart 2004 een schilderij voorhanden had, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. De Hoge Raad concludeerde dat de eerdere uitspraak van het hof niet in stand kon blijven, omdat de motivering van de bewezenverklaring tekortschiet.