ECLI:NL:HR:2003:AF4321
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen verwerping niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie in vervolging wegens verduistering
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarin de verdachte werd veroordeeld voor verduistering. De verdachte, geboren in 1950 en werkzaam als productiechef, werd beschuldigd van het verduisteren van verf uit de voorraad van zijn werkgever. Het Gerechtshof had eerder geoordeeld dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in de vervolging, ondanks het verweer van de verdachte dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden vanwege onrechtmatig handelen van de opsporingsambtenaren. De verdediging stelde dat de observaties door een particulier detectivebureau, waarbij een hoofdagent van de politie betrokken was, in strijd waren met de beginselen van een behoorlijk strafproces. De Hoge Raad oordeelde dat de observaties niet als stelselmatig konden worden aangemerkt en dat de politie pas kennis kreeg van de rapportage van het detectivebureau op het moment van de aangifte. Hierdoor kon het Openbaar Ministerie niet verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen van het detectivebureau. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de uitspraak van het Gerechtshof, waarbij de verdachte werd veroordeeld maar geen straf of maatregel werd opgelegd.