ECLI:NL:HR:2002:AE8838
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.J.A. van Dorst
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor zware mishandeling met onjuiste strafmotivering
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij de verdachte is veroordeeld voor zware mishandeling. De Hoge Raad behandelt het beroep dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M.C. Wessels. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd dat het beroep moet worden verworpen. De strafmotivering van het Hof is aan de orde, waarbij het Hof oordeelt dat de opgelegde straf onvoldoende recht doet aan de omstandigheden van de zaak. Het Hof heeft de verdachte veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, en tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte voor de duur van 240 uren. De benadeelde partij is in zijn vordering gedeeltelijk toegewezen, maar voor het overige niet-ontvankelijk verklaard.
De Hoge Raad oordeelt dat het middel van cassatie, dat zich richt tegen de motivering van de straf, niet kan leiden tot cassatie. De klacht dat het Hof een hogere straf heeft opgelegd dan door de Advocaat-Generaal was gevorderd, wordt verworpen. De Hoge Raad stelt vast dat de strafoplegging toereikend is gemotiveerd en dat de oriëntatiepunten voor straftoemeting niet bindend zijn voor de rechters. De Hoge Raad concludeert dat er geen gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak en verwerpt het beroep.