ECLI:NL:HR:2002:AD9094
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake waarde onroerende zaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 16 oktober 2000, nr. 98/03583. De zaak betreft de waardering van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Q voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000, waarbij de waarde is vastgesteld op ƒ 388.000. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de chef van de afdeling Financiën van de gemeente Noordoostpolder heeft de beschikking gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De Hoge Raad heeft in deze cassatiezaak de klachten van belanghebbende beoordeeld. Het Hof had vastgesteld dat de beroepstermijn was overschreden en oordeelde dat er geen omstandigheden waren die erop wezen dat belanghebbende redelijkerwijs niet in verzuim was. Dit oordeel van het Hof werd door de Hoge Raad niet als onjuist beschouwd. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof, dat verweven is met feitelijke waarderingen, niet in cassatie kan worden getoetst. De Hoge Raad concludeert dat de klachten van belanghebbende falen.
Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 8 februari 2002 door de raadsheer L. Monné als voorzitter, samen met de raadsheren P.J. van Amersfoort en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.