ECLI:NL:GHARN:2012:BY3458
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar overdrachtsbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, die samen met zijn echtgenote op 15 mei 1995 overdrachtsbelasting heeft voldaan voor de verkrijging van een woonhuis en een perceel weiland. De Inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de voldoening van de overdrachtsbelasting niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De rechtbank Arnhem heeft deze beslissing bevestigd in haar uitspraak van 21 juni 2012. Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem.
Het Hof heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift van belanghebbende ruimschoots na de wettelijke termijn van zes weken is ingediend. Belanghebbende betoogt dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, omdat hij ervan uitging dat de wetgever een fatsoenlijke overgangsregeling zou treffen. Het Hof oordeelt echter dat belanghebbende wel in staat was om tijdig bezwaar te maken, maar dit heeft nagelaten omdat hij geen reden had om dit te doen binnen de bezwaartermijn. De omstandigheid dat er later een rechterlijke uitspraak is gedaan die de belastingheffing in strijd met het recht oordeelt, maakt de termijnoverschrijding niet verschoonbaar.
Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 6 november 2012.