ECLI:NL:HR:2002:AD7343
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over ontbinding huurovereenkomst en opschortingsrecht
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen eiseres en verweerder, waarbij de Hoge Raad op 8 maart 2002 uitspraak doet. De zaak is ontstaan uit een huurovereenkomst die op 17 april 1989 is gesloten tussen verweerder en een vennootschap onder firma, waarbij eiseres tot cassatie later in de rechten van de huurster is getreden. Na een brand in augustus 1990 en een contractsoverneming in mei 1992, ontstonden er geschillen over de huurbetalingen en de staat van het gehuurde pand. Verweerder heeft eiseres c.s. gedagvaard voor de Kantonrechter te Roermond, met vorderingen tot ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van achterstallige huur. Eiseres c.s. hebben de vorderingen bestreden en in reconventie vorderingen ingesteld, waaronder een machtiging om zelf werkzaamheden uit te voeren en schadevergoeding. De Kantonrechter heeft de vorderingen van verweerder grotendeels toegewezen en die van eiseres c.s. afgewezen. Eiseres c.s. hebben hoger beroep ingesteld, maar de Rechtbank heeft het vonnis van de Kantonrechter bekrachtigd. In cassatie heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de Rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat eiseres c.s. zich niet op een opschortingsrecht konden beroepen, omdat dit recht ook tijdens de procedure kan worden ingeroepen. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van de Rechtbank en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens worden de proceskosten aan de zijde van eiseres c.s. toegewezen.