ECLI:NL:HR:2002:AD7272
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Bevoordeling bij schenking en waardering van aandelen in het economische verkeer
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X1 te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 21 december 2000, nr. BK-99/2054, betreffende een aanslag in het recht van schenking. De zaak betreft een schenking door de vader van belanghebbende, waarbij een aanslag is opgelegd naar aanleiding van de verkoop van aandelen in D B.V. De Inspecteur heeft het verschil tussen de door de accountant vastgestelde intrinsieke waarde en de door de belastingdienst vastgestelde waarde van de aandelen aangemerkt als een schenking. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur bevestigd, waarop belanghebbende in cassatie is gegaan.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de vader van belanghebbende zich bewust was van de bevoordeling bij de aandelenverkoop. De Hoge Raad stelt dat de wil tot bevoordelen een afzonderlijk vereiste is voor het aannemen van een schenking en dat deze niet louter kan worden afgeleid uit de bewustheid van bevoordeling. Daarnaast wordt de vraag behandeld of bij de waardering van de aandelen de latente vennootschapsbelastingclaim moet worden meegenomen. Het Hof heeft deze vraag in de verkeerde zin beantwoord, waardoor de uitspraak niet in stand kan blijven.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.