3.8.[geïntimeerde] heeft bij de rechtbank twee getuigen laten horen, [naam2] en [naam3] .
[naam2] heeft verklaard als volgt:
“Ik weet waar het verhoor over gaat. Ik heb enige maanden geleden een schriftelijke
verklaring opgesteld op verzoek van mr. Vink en mij voorbereid op dit verhoor. Ik heb een schriftelijke verklaring opgesteld. Ik heb [geïntimeerde] leren kennen in 2010. Hij was toen financieel adviseur van mevrouw [naam1] . Ik heb hem nooit anders gezien dan als een bijzonder integer mens, die de zaken erg goed deed voor mevrouw [naam1] . Meer kan ik er eigenlijk niet over zeggen. Een bijzonder vriendelijk mens. Ik ken mevrouw [naam1] ook heel goed.
(…)
Ik weet van het Zwitsers vermogen van mevrouw [naam1] . Ik weet dat zij daarvan af
wilde. Zij heeft [geïntimeerde] gevraagd of hij daarvoor kon zorgen. Dat heeft hij naar mijn
weten uitstekend geregeld. Of hij daar een vergoeding voor heeft gekregen weet ik niet.
Ik weet niet of zij het vermogen aan [geïntimeerde] heeft overgedragen. Het is mogelijk dat zij
dat heeft gedaan. [geïntimeerde] wist hoe hij moest handelen. Toen mevrouw [naam1] dat aan [geïntimeerde] vroeg, was ze heel goed bij haar hoofd. Ze wist dondersgoed wat ze deed. Ze was een haaibaai eerste klas.
U (hof: de rechter) wijst mij op mijn schriftelijke verklaring waarin ik heb gezegd dat zij het Zwitsers vermogen had overgedragen aan [geïntimeerde] . Ja dat klopt. U vraagt mij of ze heeft gezegd dat ze het vermogen had overgedragen aan [geïntimeerde] . [geïntimeerde] regelde alles. Zij wilde van de ellende a£ Ze wilde geen problemen. Ze betaalde alles op tijd. Ze was een uitermate correct persoon. U vraagt mij wat [geïntimeerde] precies moest regelen. Dat zij de zorgen voor de fiscus niet meer zou hebben. Ze zei: regel dat, ik wil er vanaf. Ik heb geen idee hoe [geïntimeerde] dat moest regelen. Ze wilde van de zorgen af en ook van het vermogen. Ze zei: ik wil er niet over nadenken. Ze wist niet hoe ze dat moest regelen. [geïntimeerde] wel. Hij moest regelen dat zij er geen omkijken meer naar had. Ze wilde af van het vermogen. Ik weet niet precies hoe het geregeld is.
(…)
U (hof: mr. Vink) houdt mij voor dat in mijn verklaring staat dat zij een gedeelte van het bezit aan [geïntimeerde] heeft laten overdragen. Ja, zoals ik daar verklaard heb is het ook verlopen.
[geïntimeerde] was altijd in dienst bij familie [naam1] . Hij wist alles. Hij was de aangewezen persoon om het te regelen. U vraagt mij of het de bedoeling was dat het door die overdracht het probleem van [geïntimeerde] was geworden. Ja, dat geloof ik zeker.
(…)
U (hof: de rechter) leest mij de zin voor uit mijn schriftelijke verklaring:
"Zij vertelde mij dat zij hem een gedeelte van dat bezit (.. .. )heeft laten overdragen." U
vraagt mij aan wie het vermogen is overgedragen. Ik weet niet aan wie het is overgedragen.
(…)
U (hof: mr. Vink) zegt mij dat u die zin zo leest dat ik heb verklaard dat zij een gedeelte van het bezit aan [geïntimeerde] heeft overgedragen. Ja, dat klopt. De man heeft zijn werk gedaan, heeft ze gezegd. We begonnen er wel eens over en toen zei ze wel eens hou erover op, het is geregeld, hij heeft zijn werk gedaan. Mevrouw [naam1] zou verschrikkelijk boos zijn geweest, als ze had geweten dat er een probleem was met de afgifte van het legaat aan [geïntimeerde] . Een paar maanden voor haar dood is haar testament gewijzigd. Mijn partner [naam5] heeft destijds urenlang tegen [naam1] aangepraat over het destijds geldende testament. [naam5] was haar boezemvriend. [naam5] vroeg haar: besef je nou watje doet. Je laat [appellant] alleen een legaat achter en een appartement in [woonplaats1] , terwijl [appellant] alles geregeld heeft voor je. [naam5] wist wat er in het testament stond. Voor het overige zou alles naar het KWF gaan. Toen heeft ze het testament veranderd ten gunste van [appellant] . [naam5] en ik hebben zelf ook een legaat gekregen. Dat wisten wij niet. Mevrouw [naam1] was bij haar volle verstand toen zij haar testament wijzigde ten gunste van [appellant] . Anders had de notaris daar niet mee ingestemd, neem ik aan.”
[naam2] heeft ook een schriftelijke verklaring afgelegd. Die luidt (voor zover relevant):
“Zo heeft zij mij ons toevertrouwd dat zij buitenlandse bezittingen bij een Zwitserse had, welke van haar overleden echtgenoot waren. [naam1] zat hier enorm, mee in haar maag en zei dat ze ervan wilde. In dat kader viel de naam van dhr. [geïntimeerde] , een neef van [naam6] , die ik inmiddels had leren kennen als financiële begeleider van [naam1] . Zij vertelde .dat zij hem een gedeelte van dat bezit, dat naar ik begreep in een buitenlandse vennootschap zat met Italiaanse namen_oa Bologna, heeft.laten overdragen. Zij deed dat omdat hij directe familie van [naam6] is en altijd voor hem werkte bij Watering Holding. Ik kan U verzekeren dat zij zeker in die tijd heel goed bij haar verstand was en zeer goed wist wat zij deed toen zij de opdracht aan de bank gaf om bovenbedoelde overdracht te regelen. Voor de overdracht is niets door [geïntimeerde] betaald en volgens mij is het dan ook een schenking geweest van [naam1] aan hem.”
[naam3] heeft schriftelijk verklaard:
“Verklaring: inzake de schenking aan Dhr [geïntimeerde] ,
Als sinds 1985 ben ik een aanspreekpunt voor mevr [naam1] voor zaken die ter ondersteuning waren van de dagelijkse gang van zaken, buiten de financieel zaken.
In aansluiting op het overlijden van Dhr [naam7] , ben ik betrokken geraakt met haar voornemen om zaken te versimpelen, door bv het grote huis te verkopen met inboedel en zaken ivm haar erfenis te regelen. Dit is na de verkoop van het huis opgenomen ca 2011 samen met Dhr [geïntimeerde] om dit regelen, en haar wensen te respecteren in overleg de notaris.
Zij had het voornemen om ons beiden als vertrouwenspersoon apart ruimhartig te belonen in de vorm van een schenking, en dat is ook naar ons meermalen uitgesproken door haar. De mate van beloning is met haar in privé afspraken gemaakt, met apart Dhr [geïntimeerde] en apart met mij. Naar mij later bekend is geworden voor Dhr [geïntimeerde] incasu door aandelen Bologna.
Ik ben zeer terughoudend geweest met mijn deel, en heb dit later geregeld met andere afspraak op basis van een hypothecaire geldlening voorlopig en later zou dit een schenking worden. Al die tijd heeft mevr. [naam1] deze zaken buiten haar erfenis willen houden, en strikt privé besproken met ons en haar notaris, buiten derden waaronder ook dhr [appellant] .
Van enig onevenwichtig handelen van mevrouw [naam1] was mij tot enkele maanden voor haar huwelijk niets bekend, en ook niet met de schenking aan Dhr [naam8] zoals geregeld voor eigendomsoverdracht van haar appartement voor haar huwelijk, met de toets van de notaris een op een met haar.”
[naam3] heeft als getuige bij de rechtbank verklaard:
“Ik blijf bij mijn verklaring van 25 oktober 2021. Ik blijf erbij dat mevrouw [naam1] het voornemen had mij en de heer [geïntimeerde] barmhartig zou belonen met een schenking.
Ik blijf er ook bij dat mevrouw [naam1] toen zij haar testament wijzigde, heel goed wist wat zij deed. Zij wist ook heel goed wat zij deed toen zij de schenking aan mij en [geïntimeerde] deed.”