ECLI:NL:HR:2001:AD5357
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de verplichtingen uit een notariële akte en de bewijslast bij voorwaarden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 december 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Probis Holding B.V. en [verweerder]. De zaak betreft een geschil over de verplichtingen die voortvloeien uit een notariële akte van 14 maart 1990, waarin [verweerder] aandelen heeft verkocht aan Probis. In de akte is een bepaling opgenomen die inhoudt dat Probis zich zal verbinden om [verweerder] te ontslaan uit aansprakelijkheid of borgstelling, zodra dit mogelijk is.
[Verweerder] heeft Probis gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarbij hij betaling van verschillende bedragen vorderde, vermeerderd met wettelijke rente. De Rechtbank heeft Probis veroordeeld tot betaling van een bedrag van Bfr. 1.750.000,--, maar heeft andere vorderingen afgewezen. Probis heeft hoger beroep ingesteld, en het Gerechtshof heeft in een tussenarrest [verweerder] toegelaten tot bewijslevering. In het eindarrest van 20 juni 2000 heeft het Hof het vonnis van de Rechtbank gedeeltelijk vernietigd en Probis veroordeeld tot betaling van een bedrag aan [verweerder].
Tegen dit arrest heeft Probis cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat Probis de inhoud van de voorwaarde moest stellen en bewijzen. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens is [verweerder] veroordeeld in de proceskosten van de cassatieprocedure.