ECLI:NL:GHLEE:2009:BI7581
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over opschortende en ontbindende voorwaarden in een overeenkomst tot levering van brandstoffen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Wedeka Bedrijven tegen Oliecentrale, waarbij de kern van het geschil draait om de vraag of Wedeka recht heeft op korting op geleverde brandstoffen en smeermiddelen. De korting was volgens Wedeka overeengekomen in brieven van 12 en 25 september 2001, maar Oliecentrale betwist dit en stelt dat de korting afhankelijk was van het afgeven van een machtiging tot automatische incasso, welke machtiging pas op 6 oktober 2005 door Wedeka is verstrekt. De rechtbank Groningen heeft in eerdere vonnissen geoordeeld dat Oliecentrale is geslaagd in het bewijs van deze voorwaarde, en heeft de vordering van Wedeka afgewezen.
In hoger beroep heeft Wedeka acht grieven ingediend, terwijl Oliecentrale in het incidenteel appel drie grieven heeft voorgesteld. Het hof heeft de grieven van Wedeka beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de korting afhankelijk was van de machtiging tot automatische incasso. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank de bewijslast correct heeft verdeeld en dat Oliecentrale het bewijs heeft geleverd dat de korting pas verleend zou worden na het afgeven van de machtiging.
Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank bekrachtigd en Wedeka niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep van het vonnis van 19 juli 2006. De kosten van het geding in het principaal appel zijn voor rekening van Wedeka, die als de in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd. Het arrest is uitgesproken op 2 juni 2009 door het Gerechtshof Leeuwarden.