Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.De procedure bij de kantonrechter
2.De procedure in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
‘Met U is de afwijkende afspraak gemaakt dat maandelijks een urenverantwoording zal worden gezonden. Het totaal van de gezonden urenverantwoordingen alsmede de 8% kosten zal worden voldaan op het moment dat U over voldoende liquiditeiten beschikt c.q. Uw woning wordt verkocht.’ Deze opdrachtbevestiging is voor akkoord ondertekend door [naam1] en [appellante] .
‘Urenverantwoording [naam1] / [appellante] Film en Video B.V.’. Volgens deze verantwoordingen heeft [geïntimeerde] in totaal 175,7 uren besteed. [geïntimeerde] heeft ook een urenverantwoording opgesteld die de gehele genoemde periode omvat, waarbij de specificerende regels hetzij cursief hetzij recht geschreven zijn. Ook deze verantwoording is door [naam1] en [appellante] ondertekend.
‘Zoals met je besproken hierbij de urenlijsten met schuingedrukt de uren die direct betrekking hebben op de onrechtmatige/onjuiste incasso pogingen van (…). Dit betreft dus zowel de onjuiste vastgestelde vordering, de hypotheek (executie) aanvechten (…).De ten behoeve van deze onderwerpen gemaakte uren bedragen tot en met 23 februari 2011 52.9 uur. Er is in verband met de financiële situatie nog geen factuur gezonden (zie opdrachtbevestiging) en de op dit moment ‘openstaande factuur’ bedraagt € 10.569,42 exclusief BTW (12.577,60 inclusief BTW). Laatstbedoeld bedrag (inclusief) is de schade voor [naam1] want het zijn immers kosten ten behoeve van privé’.
‘(…). Voorts is het aantal aan de diverse kwesties gewerkte uren opgelopen tot € 35.105. Dit bedrag is tot op heden een renteloze vordering (…). Tevens moet ik gezien de lange tijd tussen aanvang werkzaamheden en heden gaan factureren. (…) Tevens hebben wij besproken dat jullie een voorstel zouden doen met betrekking tot een maandelijkse aflossing op de vordering. (…)’
‘wegens juridische en financiële advieswerkzaamheden ten behoeve van [naam1] Film en Video B.V. / Holland Heritage / [naam1] / [appellante] volgens aangehechte specificatie en conform opdrachtbevestiging d.d. 24 december 2009’. Per factuur met nummer 0027 van 23 april 2012 en met nummer 0034 van 10 augustus 2012 heeft [geïntimeerde] steeds € 11.500,- incl. btw op dezelfde wijze en met dezelfde omschrijving in rekening gebracht.
‘wegens juridische en financiële advies-werkzaamheden ten behoeve van [naam1] Film en Video B.V. / Holland Heritage / [naam1] en [appellante] volgens aangehechte specificatie en conform opdracht-bevestiging d.d. 24 december 2009’onder vermelding van
‘Verrichtingen van 24 december 2009 tot en met 22 januari 2013.’
‘wegens juridische en financiële advieswerkzaam-heden ten behoeve van [naam1] / [appellante] (…) conform opdrachtbevestiging d.d. 24 december 2009’onder vermelding van
‘Verrichtingen van 13 april 2011 tot en met 22 januari 2013.’
4.Het geschil en de beslissing van de kantonrechter
5.De vordering in hoger beroep
6.De beoordeling van de grieven en de vordering
grieven 3 tot en met 6een volledige herbeoordeling van de vordering van [geïntimeerde] . Deze grieven lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.
grieven 1 en 2van [appellante] richten zich tegen de in haar visie onvolledige dan wel onjuiste vaststelling van de feiten door de kantonrechter. Nu het hof de feiten zelfstandig heeft vastgesteld en daarbij heeft betrokken wat [appellante] over die feiten in haar memorie van grieven heeft aangevoerd, hoeven de grieven 1 en 2 in zoverre verder niet behandeld te worden.
‘wegens juridische en financiële advieswerkzaamheden ten behoeve van [naam1] Film en Video B.V. / Holland Heritage / [naam1] / [appellante] ’waarmee onmiskenbaar tot uitdrukking werd gebracht dat een deel van de berekende werkzaamheden zag op de privébelangen van [naam1] en [appellante] . Ook hier geldt dat gesteld noch gebleken is dat die omschrijving vragen of een protest van [naam1] of [appellante] heeft veroorzaakt. In de reacties op aanmaningen, als bedoeld in 3.11, maakt [appellante] bovendien als zodanig geen bezwaar tegen de facturen, maar wijst zij slechts op de in de opdrachtbevestiging voorkomende zin dat facturen zullen worden ‘voldaan op het moment dat U over voldoende liquiditeiten beschikt’. Het hof zal hierop nader ingaan in 6.10 en verder van dit arrest.
‘dat de facturen van [geïntimeerde] aan de curator zijn overhandigd’. Onomstreden is immers dat het faillissement wegens gebrek aan baten is opgeheven en [geïntimeerde] uit de faillissementsboedel geen uitkering heeft ontvangen, terwijl het daarnaast gaat om betaling van wat [geïntimeerde] voor privéaangelegenheden van [naam1] en [appellante] heeft verricht, voor welke werkzaamheden [geïntimeerde] thans betaling van [appellante] vordert, en niet om betaling van werkzaamheden die de BV aangingen.
‘zal worden voldaan op het moment dat U over voldoende liquiditeiten beschikt c.q. Uw woning wordt verkocht’ gesteld dat aan die voorwaarde niet is voldaan en dat het gevorderde om die reden niet kan worden toegewezen.
De slotsom