ECLI:NL:HR:2001:AA9667
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- A. Hammerstein
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen beslissing wrakingsverzoek in civiele procedure
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van verzoeker tegen de beslissing van het Hof inzake een wrakingsverzoek. De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere arrest van 14 januari 2000, waarin het beroep van verzoeker werd verworpen. Na dit arrest heeft het Hof de behandeling van het hoger beroep hervat. Tijdens een rolzitting op 27 april 2000 heeft verzoeker leden van het Hof gewraakt, maar deze leden hebben niet ingestemd met de wraking. Verweerster heeft op 11 mei 2000 een verweerschrift ingediend, waarin zij concludeert tot afwijzing van het wrakingsverzoek. Op 7 juni 2000 heeft het Hof het wrakingsverzoek afgewezen, en deze beslissing is aan de beschikking van de Hoge Raad gehecht. Verzoeker heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze beslissing. De Advocaat-Generaal Langemeijer heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker in zijn cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelt dat de bewoordingen van artikel 32 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen ruimte laten voor een andere interpretatie dan dat tegen de beslissing in een incident tot wraking geen hogere voorziening is toegelaten. Het middel van verzoeker, dat beoogt de Hoge Raad te doen terugkomen van deze beslissing, faalt. Aangezien het middel geen klachten bevat die grond kunnen opleveren voor doorbreking van het rechtsmiddelenverbod, wordt verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. De Hoge Raad verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn beroep.