ECLI:NL:HR:2001:AA9441
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtspositie van de curator en de notariële kwaliteitsrekening in faillissement
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 januari 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een faillissement. De curator, mr. Bruno Franciscus Gerardus Koren, had de notarissen gedagvaard om te verklaren dat het saldo op een kwaliteitsrekening tot de faillissementsboedel van [betrokkene A] behoort. De curator stelde dat de notarissen onterecht het saldo op de kwaliteitsrekening niet hadden overgemaakt naar de faillissementsrekening. De rechtbank had de vordering van de curator afgewezen, waarna de curator in cassatie ging. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank niet onjuist had geoordeeld over de rechtspositie van de curator en de werking van de depot-overeenkomst. De Hoge Raad bevestigde dat de curator, als vertegenwoordiger van de gefailleerde, recht heeft op de activa die in de boedel vallen, maar dat de depot-overeenkomst en de bijbehorende kwaliteitsrekening een voorwaardelijk recht op uitkering met zich meebrachten. Dit betekent dat de curator niet automatisch recht had op het saldo, omdat de rechthebbenden op de kwaliteitsrekening ook deelgenoten waren in een gemeenschap. De Hoge Raad verwierp het beroep van de curator en veroordeelde hem in de proceskosten, waarbij de kosten aan de zijde van de notarissen en Tekstra q.q. werden begroot. Deze uitspraak verduidelijkt de juridische positie van curatoren in faillissementen en de werking van notariële kwaliteitsrekeningen.