ECLI:NL:HR:2000:AA6526
Hoge Raad
- Cassatie
- H.L.J. Roelvink
- W.H. Heemskerk
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van trambestuurder bij aanrijding met fietser
In deze zaak gaat het om een aanrijding op 1 juni 1992 tussen een fietser, aangeduid als [eiser], en een tram bestuurd door [verweerder 1], die in dienst is van N.V. GEMENGD BEDRIJF “HAAGSCHE TRAMWEG-MAATSCHAPPIJ” (HTM). [Eiser] heeft als gevolg van de aanrijding ernstig hersenletsel opgelopen en vordert schadevergoeding van [verweerder 1] en HTM. De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft in eerste aanleg geoordeeld dat beide verweerders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor 50% van de schade van [eiser]. Dit oordeel is door de verweerders bestreden in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat het vonnis van de Rechtbank heeft vernietigd en de vordering van [eiser] heeft afgewezen. [Eiser] heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat de trambestuurder, net als bestuurders van motorrijtuigen, een zware zorgvuldigheidsnorm in acht moet nemen ten opzichte van kwetsbare verkeersdeelnemers zoals fietsers. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad benadrukt dat de bestuurder van een tram rekening moet houden met de mogelijkheid dat fietsers fouten maken, tenzij deze fouten zo onwaarschijnlijk zijn dat de bestuurder daar in redelijkheid geen rekening mee hoeft te houden. De Hoge Raad geeft ook aan dat bij de verdeling van de schade de '50%-regel' moet worden toegepast, ook in het geval van een aanrijding tussen een tram en een fietser.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de aansprakelijkheid van trambestuurders en de bescherming van kwetsbare verkeersdeelnemers. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van [eiser] begroot op ƒ 789,91 aan verschotten en ƒ 3.500,-- voor salaris.