Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.TenneT TSO B.V.,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven met producties
- de memorie van antwoord
- een akte van de Stichting met twee aanvullende producties
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 5 november 2024 is gehouden
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
gewoon gevolg (...) van de aanwezigheid van de (…) bedoelde werken”in artikel 5 van de overeenkomst en “
schade [die]ten tijde van de vaststelling van de alsdan reeds uitgekeerde vergoeding(en) niet kon worden voorzien of bepaald”in artikel 4 lid 4 van de Algemene Voorwaarden moet worden verstaan.
“gewoon gevolg”van de masten en leidingen en in de Algemene Voorwaarden wordt in artikel 4 lid 4 gesproken over
“schade die ten tijde van de vaststelling van de alsdan reeds uitgekeerde vergoeding(en) niet kon worden voorzien of bepaald”.Dit duidt erop dat door de aanwezigheid van de masten en de lijnen de mogelijkheid overbleef dat er meer schade zou kunnen zijn of ontstaan, dan ten tijde van aangaan van de overeenkomst kon worden voorzien. Als de redenering van TenneT c.s. zou worden gevolgd dat schade als gevolg van een beperking in de toekomstige ontwikkeling van de percelen zoals nu door de stichting is beoogd, als
“gewoon gevolg”van de aanwezigheid van de masten en de lijnen moet worden gezien, rijst de vraag wat dan nog de betekenis is van artikel 4 lid 4 van de Algemene Voorwaarden. TenneT c.s. zelf legt het begrip toekomstige schade heel beperkt uit, zoals blijkt uit hetgeen ter zitting van het hof door TenneT c.s. is verklaard: