ECLI:NL:HR:1999:AA3382
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Roelvink
- H. Herrmann
- A. van der Putt-Lauwers
- F. Fleers
- A. de Savornin Lohman
- H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad door intrekking Hinderwetvergunningen door Provincie Noord-Brabant
In deze zaak heeft de Provincie Noord-Brabant, eiseres tot cassatie, beroep ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de intrekking van Hinderwetvergunningen die eerder waren verleend aan de verweerster, een B.V. gevestigd te [woonplaats]. De verweerster had de Provincie gedagvaard wegens onrechtmatige daad, omdat de Provincie het voornemen had geuit om de vergunningen in te trekken, wat uiteindelijk ook is gebeurd. Dit voornemen werd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State later vernietigd, omdat het besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid was voorbereid en onvoldoende gemotiveerd was.
De Rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft de vorderingen van de verweerster toegewezen, wat door de Provincie in hoger beroep is bestreden. Het Gerechtshof heeft het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd, maar de Provincie heeft cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de onrechtmatigheid van het intrekkingsbesluit ook de voorbereidende fase raakt, en dat de Provincie aansprakelijk is voor de schade die de verweerster heeft geleden als gevolg van de onrechtmatige daad.
De Hoge Raad heeft het arrest van het Gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens is de verweerster veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheidseisen die gelden bij het intrekken van vergunningen en de aansprakelijkheid van overheidsorganen voor onrechtmatige besluiten.