Uitspraak
18.6501 AW
8 november 2018, 18/931 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling van vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het betreft een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam en een ambtenaar, die wegens plichtsverzuim een schriftelijke berisping dreigde te ontvangen. De ambtenaar, sinds 2011 in dienst bij de gemeente Amsterdam, had zich ziek gemeld en zijn werkzaamheden voor een specifiek team stopgezet, wat door het college werd opgevat als werkweigering. Na een zienswijze van de ambtenaar, waarin hij zijn situatie toelichtte, besloot het college om geen disciplinaire maatregel op te leggen. De ambtenaar verzocht echter om schadevergoeding voor gemaakte kosten in verband met de juridische bijstand en het voornemen tot disciplinaire straf. De rechtbank had het verzoek om schadevergoeding toegewezen, maar het college ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college niet onrechtmatig had gehandeld door het voornemen tot een schriftelijke berisping uit te brengen. De Raad benadrukte dat de schriftelijke berisping de lichtste straf was die het college kon opleggen en dat er geen grond was voor toewijzing van het verzoek om schadevergoeding. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, waarbij hij opmerkte dat de kosten die de ambtenaar had gemaakt in de voorbereidende fase van de procedure voor zijn rekening moesten blijven. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van ambtenaren en de grenzen van schadevergoeding in bestuursrechtelijke procedures.