Uitspraak
(i). [eisers] hebben in mei 1986 een kavel grond gekocht, gelegen aan de [a-straat 1] in de gemeente Zevenhoven (thans: Nieuwveen) . In juli 1986 hebben zij van de Gemeente vergunning verkregen voor de bouw van een zomenhuis. Volgens de voorschriften van het geldende bestemmingsplan ging het hierbij om “een gebouw bestemd om uitsluitend door een gezin of een daarmee gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar, overwegend het zomerseizoen, te worden bewoond”; als zomerseizoen geldt de periode van 15 maart tot 15 oktober.
(vi). Op of omstreeks 20 januari 1992 hebben [eisers] zich laten inschrijven in het bevolkingsregister van de gemeente Uithoorn en laten uitschrijven uit het bevolkingsregister van de Gemeente.
De President heeft de vordering toegewezen. Het Hof heeft het vonnis bekrachtigd met aanpassing van de gegeven voorziening en met maximering van het totaal van de te verbeuren dwangsommen.
7 oktober 1994.