Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 12 december 2023 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen heeft gelast;
- de bij H-16 formulier van 23 januari 2024 door [geïntimeerde] toegezonden producties 31 en 32, die bij de mondelinge behandeling na aanbrengen in het geding zijn gebracht;
- de bij H-12 formulier van 2 februari 2024 door Aldi toegezonden productie 3, die bij de mondelinge behandeling na aanbrengen in het geding is gebracht;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen;
- de memorie van grieven met producties 4 t/m 13 van Aldi ;
- de memorie van antwoord in principaal appel tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel en eiswijzing met producties 33 t/m 39 van [geïntimeerde] ;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel tevens reactie op eiswijziging met producties 14 t/m 16 van Aldi ;
- de mondeling behandeling na memorie van antwoord van 24 maart 2025, waarbij partijen spreeknotities hebben overgelegd;
- de bij H-12 formulier van 5 februari 2025 door [geïntimeerde] toegezonden producties 40a t/m 44, die bij de mondelinge behandeling in het geding zijn gebracht;
- de bij H-12 formulier van 7 maart 2025 door Aldi toegezonden producties 17 t/m 21, die bij de mondelinge behandeling in het geding zijn gebracht;
- de bij H-12 formulier van 19 maart 2025 door [geïntimeerde] toegezonden productie 45, die bij de mondelinge behandeling in het geding is gebracht.
6.De beoordeling
in casuniet van toepassing: er is geen sprake van een nieuw- of verbouwsituatie daterend van ná 1 april 2021 en de Vercammencurve is niet publiekrechtelijk vastgesteld. Verder betwist Aldi dat voor zover de overschrijdingen leiden tot geluidsoverlast, sprake is van onrechtmatige hinder. [geïntimeerde] dient volgens haar enige hinder te dulden. Daarnaast zijn door haar maatregelen getroffen ter opheffing van de ervaren overlast.
ex nuncwordt beoordeeld of sprake is van onrechtmatige hinder en zo ja, of en in hoeverre de deels gewijzigde vorderingen van [geïntimeerde] toewijsbaar zijn (HR 3 september 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1050). Daarmee is de situatie ten tijde van de door het hof te geven eindbeslissing doorslaggevend. Voor de beslissing of het opleggen van een verbod tot het overschrijden van geluidsnormen aan de orde is en of als prikkel voor nakoming een dwangsom dient te worden opgelegd, zijn naar het voorlopige oordeel van het hof, zo volgt ook uit rov. 6.5.5., de voorziene werkzaamheden ter verplaatsing van de koelcompressoren ter plaatse van belang. Het hof acht het immers voorshands, mede naar aanleiding van de bespreking hierover met partijen ter zitting, niet onaannemelijk dat ná de uitvoering van voornoemde werkzaamheden geen sprake (meer) zal zijn van ervaren geluidsoverlast wegens de koelcompressoren. Het hof acht het daarmee opportuun dat de uit te voeren nieuwe metingen (in elk geval) plaatsvinden ná de uitvoering van de aangekondigde werkzaamheden.
ex nunc) en (ii) de vraag of de door de rechtbank opgelegde dwangsommen passend en geboden zijn (beoordeling
ex tunc).
ex tuncis gelegen in verband met de vraag of over de inmiddels verstreken periode dwangsommen verschuldigd zijn geworden. Bij een volledige vernietiging van de veroordeling in eerste aanleg, in het geval ten tijde van het eindarrest van het hof als gevolg van gewijzigde omstandigheden de vorderingen van [geïntimeerde] niet meer toewijsbaar blijken te zijn, zijn de dwangsommen, als gevolg van het karakter van de vernietiging, (achteraf) niet verschuldigd. Dat gevolg is naar het oordeel van het hof echter niet gerechtvaardigd wanneer de in eerste aanleg gegeven veroordeling op dat moment wel gerechtvaardigd was, maar op grond van later ingetreden omstandigheden niet meer. De dwangsom zou bij dit gevolg van zijn effectiviteit beroofd worden en het gezag van rechterlijke uitspraken zou worden ondermijnd. Om die reden dient in een dergelijk geval tevens te worden beoordeeld of de veroordeling op straffe van een dwangsom ten tijde van het vonnis in eerste aanleg gerechtvaardigd was. Indien dat het geval is, dient tevens te worden beoordeeld of de in eerste aanleg opgelegde dwangsom niet te hoog is (HR 4 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1530). Het hof ziet aanleiding hierover voorshands het volgende te overwegen.
het klinkt alsof je op een cruiseboot zit, qua geluid van de motoren.” De ervaren overlast brengt volgens hem een ernstige beknotting van zijn woongenot met zich: vooral in de nacht door de immer aanhoudende tonale bromtoon. Tegenover deze gemotiveerde onderbouwing door [geïntimeerde] van de aard en omvang van de ervaren hinder, volstaat Aldi in hoger beroep met de betwisting dat het geluid afkomstig van de koelinstallatie tot onrechtmatige hinder leidt. Zij heeft geen contra-expertiserapport overgelegd waaruit zou blijken dat de Vercammencurve niet wordt overschreden. Evenmin is door haar gemotiveerd weersproken dat voornoemde norm niet de in de praktijk gangbare methode is voor meting van laagfrequent trillingsgeluid. Dat voornoemde norm niet publiekrechtelijk is vastgesteld, zoals Aldi betoogt, is daartoe onvoldoende. De omstandigheden dat Aldi een supermarkt exploiteert waarbij enig geluid te dulden is en dat Aldi de supermarkt al exploiteerde voordat [geïntimeerde] de bovenwoning betrok leggen onvoldoende gewicht in de schaal om de geluidshinder als gevolg van de koelinstallatie, gelet op aard en ernst ervan, niet onrechtmatig te achten, voor zover het de nacht betreft. Het hof neemt ook in aanmerking dat het treffen van maatregelen mogelijk is. Dat brengt met zich dat naar het voorshandse oordeel van het hof door Aldi onvoldoende is weersproken dat ten tijde van het bestreden vonnis met betrekking tot de koelinstallatie sprake was van onrechtmatige hinder.
- [[ppp]] heeft op 7 september 2021 een paar uur (16:30 tot na sluitingstijd) gemeten en heeft toen om 16:43 uur 58 dB(A) heeft gemeten terwijl hij een val of stootgeluid uit de supermarkt hoorde, en om 17:11 uur 59 dB(A) gemeten, maar toen was niet duidelijk of het uit de supermarkt kwam, en
- [[ppp]] heeft op 30 september 2021 bijna een hele dag (vanaf 10:15 uur tot na sluitingstijd) gemeten en heeft toen om 13:11 uur 61 dB(A) gemeten en om 16:29 uur 58 à 59 dB(A) gemeten, die allebei aan de supermarkt toe te schrijven vielen, en heeft om 12:50 uur 59 dB(A) gemeten, maar toen was weer niet zeker of het aan de supermarkt viel toe te schrijven.
in casuvoor een vergoeding van zijn immateriële schade geen geestelijk letsel is vereist, vanwege de bijzondere ernst van de normschending in combinatie met de gevolgen daarvan voor hem. Aan bewijslevering komt het hof niet toe.
in casumede wordt veroorzaakt door trilling van de koelinstallatie maakt het voorgaande niet anders.