Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
€ 4.776. Belanghebbende heeft ook bezwaar gemaakt tegen de aanslagen IB/PVV en Zvw 2017.
3.Geschil en conclusies van partijen
- Heeft de rechtbank terecht vastgesteld dat sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast in de zin van artikel 27e, eerste lid, Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR)?
- Is er sprake van een nieuw feit als bedoeld in artikel 16, lid 1 AWR, laatste volzin?
- Mag de inspecteur de aanslag IB/PVV 2017 handhaven op grond van argumenten die afwijken van het door hem bij het opleggen van die aanslag ingenomen standpunt (hierna: interne compensatie)?
- Heeft de inspecteur het ROW, dat na interne compensatie door de inspecteur is vastgesteld op basis van het resultaat van het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel aan de B.V., op de juiste hoogte vastgesteld?
- Kan de inspecteur zich beroepen op de foutenleer?
4.Gronden
€ 22.176 bedraagt, dan wel het gemiddelde van deze bedragen, doen niet af aan de redelijkheid van de door de inspecteur gemaakte en met feiten onderbouwde schatting.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).