4.14.Op basis van het bepaalde in artikel 228a Gemeentewet heeft de gemeente de ‘Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2020’(hierna: Verordening 3) vastgesteld. Niet in geschil is dat de onroerende zaak kan worden aangemerkt als perceel als bedoeld in artikel 1 van Verordening 3.
Verordening 3 bepaalde voor het jaar 2020 voor zover van belang:
‘Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;
gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water N.V. betrekking heeft;
water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater of grondwater.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater.
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
(…)
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt, naast een vast bedrag per perceel, geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd.
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd.
(…)
(…)
(…)
Indien de belastingplichtige aantoont dat een substantieel deel van de voor de berekening van de belasting in aanmerking te nemen hoeveelheid water niet door middel van de gemeentelijke riolering is afgevoerd, wordt op verzoek van de belastingplichtige voor de berekening van de aanslag de hoeveelheid water verminderd met de op andere wijze afgevoerde hoeveelheid water.
Artikel 6 Belastingtarieven
De belasting bedraagt per perceel per jaar € 120,24.
De belasting als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt verhoogd met een bedrag van € 0,36 per m3 water.‘