Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
printscreensovergelegd waarin onder de “Relevante risico’s” met betrekking tot de aangiften IB/PVV 2014 respectievelijk 2015 geen risico’s zijn vermeld. [4] De inspecteur stelt dat de aangifte IB/PVV 2016 is uitgeworpen en dat deze het nieuwe feit vormt. De inspecteur stelt dat hij naar aanleiding van de uitworp van de aangifte IB/PVV 2016 ook de aangiften IB/PVV 2014 en 2015 heeft beoordeeld. Daarna heeft de inspecteur de vragenbrief met dagtekening 28 februari 2019 verzonden.
Het arrest van 15 juni 2018 doet hieraan niet af. Uit dat arrest valt niet als algemene regel af te leiden dat de inspecteur bij een behoorlijke taakuitoefening nader onderzoek behoort in te stellen na uitworp van de aangifte op welke grond dan ook.”. [5]
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep van belanghebbende gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, maar alleen voor de beslissing over de boeten;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de boetebeschikkingen;
- vernietigt de boetebeschikkingen;
- verklaart het incidenteel hoger beroep van de inspecteur ongegrond;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het hoger beroep bij het hof van € 134 vergoedt;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).