Uitspraak
- medeplegen van moord (feit 1),
- medeplegen van poging tot moord (feit 2),
- medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III en medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met een vuurwapen van categorie III en medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (telkens feit 3),
- heling (feit 4),
- medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II en
- medeplegen van opzetheling en
- medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen,
- onder 1, 2, 3, 4 en 5 in de zaak met parketnummer 03-721590515 en
- onder 1 en 2 in de zaak met parketnummer 03-866314-17,
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 114,13;
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 396,41;
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 3.510,00;
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag € 5.506,55,
hij op of omstreeks 25 september 2015 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Heerlen, althans in het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, [slachtoffer 5] opzettelijk en met voorbedachten rade, te weten opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, heeft doodgeschoten;
hij op of omstreeks 25 september 2015 in de gemeente Brunssum en in de gemeente Heerlen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen [slachtoffer 4] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededaders, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met vuurwapens meermalen kogels in de richting van die [slachtoffer 4] heeft geschoten en met vuurwapens meermalen kogels op een personenauto waarin die [slachtoffer 4] (als bestuurder) zat, heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 25 september 2015 in de gemeente Brunssum en/of in de gemeente Heerlen, althans in het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een wapen van categorie II, onder 2, te weten een vuurwapen, geschikt om automatisch te vuren, en/of een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool, en/of munitie van categorie II en/of III, te weten een aantal stuks scherpe patronen/kogels, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 14 juni 2016 in de gemeente Brunssum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, twee politieshirts heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die politieshirts wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
hij in of omstreeks de periode van 29 juni 2015 tot en met 25 september 2015 in de gemeente Brunssum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een personenauto (VW Golf, gekentekend [kenteken 1] ) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op of omstreeks 25 september 2015 in de gemeente Brunssum tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (Skoda Fabia, gekentekend [kenteken 2] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehorende aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten aan [benadeelde] , heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
1.Inleiding
hij op 25 september 2015 in de gemeente Brunssum en in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met anderen [slachtoffer 5] opzettelijk en met voorbedachten rade, te weten opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, heeft doodgeschoten;
hij op 25 september 2015 in de gemeente Brunssum en in de gemeente Heerlen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen [slachtoffer 4] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededaders, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met vuurwapens meermalen kogels in de richting van [slachtoffer 4] heeft geschoten en met vuurwapens meermalen kogels op een personenauto waarin die [slachtoffer 4] als bestuurder zat heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 25 september 2015 in de gemeente Brunssum en in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met anderen een wapen van categorie II, onder 2, te weten een vuurwapen, geschikt om automatisch te vuren, en een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool en munitie van categorie II en III, te weten een aantal stuks scherpe patronen/kogels, voorhanden heeft gehad;
hij op 14 juni 2016 in de gemeente Brunssum, in elk geval in Nederland, twee politieshirts heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die politieshirts wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
hij op 13 juli 2016 in de gemeente Brunssum, tezamen en in vereniging met anderen
hij in de periode van 29 juni 2015 tot en met 25 september 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen een personenauto (VW Golf, gekentekend [kenteken 1] ) heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op 25 september 2015 in de gemeente Brunssum tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (Skoda Fabia, gekentekend [kenteken 2] ), toebehorende aan [benadeelde] , heeft beschadigd.
2.Het bewijs
Medeplegen
NJ2012/452). Zeker in dergelijke, in zekere zin afwijkende of bijzondere, situaties dient in de bewijsvoering aandacht te worden besteed aan de vraag of wel zo bewust en nauw is samengewerkt bij het strafbare feit dat van medeplegen kan worden gesproken, in het bijzonder dat en waarom de bijdrage van de verdachte van voldoende gewicht is geweest. Dat geldt in nog sterkere mate indien het hoofdzakelijk gaat om gedragingen die na het strafbare feit zijn verricht (vgl. HR 9 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ6505,
NJ2013/229). Een geringe rol of het ontbreken van enige rol in de uitvoering van het delict zal in dergelijke uitzonderlijke gevallen wel moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een grote(re) rol in de voorbereiding.
Voorbedachte raad
- aanwezig is geweest bij de overdracht van de gebruikte Kalashnikov en hij daarin een actieve rol had;
- één van de twee schutters is geweest;
- zich samen met de tweede schutter en [medeverdachte 1] uit de voeten heeft gemaakt;
- samen met zijn mededaders de vluchtauto op een geschikte plek heeft achtergelaten alwaar die auto in brand is gestoken.
- voor de moord op 25 september 2015 een gestolen auto is gebruikt: een Volkswagen Golf die tussen 29 en 30 juni 2015 is gestolen in Brunssum. Op de auto zijn nadien andere (Duitse) kentekenplaten aangebracht (dossierpagina’s 554, 556, 520, 1969 en 715);
- de gestolen Volkswagen Golf op enig moment is verplaatst naar de woning van [medeverdachte 1] en vervolgens is dat voertuig op 25 september 2015 voor het schietincident gebruikt;
- [verdachte] op 19 mei 2016 tegenover de WOD-er heeft verklaard dat ze achter een man aan zaten die hun wat had geflikt en dat deze man kapot moest (dossierpagina 971);
- naast de verklaring van [verdachte] ook overigens uit het dossier valt af te leiden dat sprake was van een conflict tussen [medeverdachte 1] , ‘De [medeverdachte 2] ’, [verdachte] en [slachtoffer 5] . Er zij verwezen naar de eerder besproken TCI-informatie de verklaringen van [slachtoffer 4] en de moeder en zus van [slachtoffer 5] ;
- [verdachte] in datzelfde gesprek heeft verklaard dat hij bij het schietincident “de banaan” had gebruikt, daarin 60 kogels gaan en dat voormeld aantal “genoeg was voor de job” (dossierpagina 960);
- gebruik is gemaakt van twee schutters die in het bezit waren van een aanzienlijke hoeveelheid munitie;
- [verdachte] voorafgaand aan het schietincident een automatisch wapen heeft aangeschaft, welke hij heeft meegenomen en heeft gebruikt bij het schietincident;
- [verdachte] op 3 juni 2016 tegenover de WOD-er heeft verklaard dat ze de man in de auto hadden beschoten en niet ergens anders, omdat dit onmogelijk was: de man verplaatste zich snel en zonder patroon (proces-verbaal op dossierpagina 981);
- [medeverdachte 1] tijdens de WOD-inzet op 8 juni 2016 heeft verklaard over een incident dat onmiskenbaar betrekking heeft op de schietpartij op 25 september 2015, waarover hij heeft gezegd dat “een zaakje afgehandeld moest worden” (proces-verbaal op dossierpagina 985);
- [medeverdachte 1] , [verdachte] en de tweede schutter na het schietincident in de Volkswagen Golf zijn gevlucht naar Houthalen (België), alwaar de Volkswagen in de brand is gestoken (onmiskenbaar om sporen te wissen), waarna zij hun weg hebben vervolgd in een ander voertuig.
3.De benadeelde partijen
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 114,13,
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 396,41,
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 3.510,00 en
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag € 5.506,55,
NJ2008, 186; HR 31 maart 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH0180). De kosten van de lijkbezorging komen slechts voor vergoeding in aanmerking voor zover zij in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene. B. van Eijk (Vergoeding van de kosten van lijkbezorging,
TVP2001, p. 101-108) beschrijft ‘lijkverzorging’ als verzamelterm voor alle handelingen met betrekking tot het geven van een eindbestemming aan de overledene. Dit zijn zowel de handelingen die zijn gericht op het tenietgaan van het stoffelijk overschot als de handelingen met betrekking tot de spirituele eindbestemming van de overledene. Slechts de kosten die naar hun aard als gebruikelijk zijn te beschouwen en met de begrafenis of crematie in rechtstreeks verband staan, kunnen volgens Van Eijk voor vergoeding in aanmerking komen. Het hof is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat de kosten voor de ashangers ten bedrage van € 612,95 eveneens aan als kosten van lijkbezorging. De kosten worden door de verdediging ook niet betwist. Voormelde kosten betreffen rechtstreekse schade en de vordering tot vergoeding daarvan (€ 943,28) zal worden toegewezen.
Affectieschade
Kamerstukken II2014/15, 34257, 3, p. 9) blijkt met betrekking tot het overgangsrecht dat vergoeding van affectieschade slechts mogelijk is ten aanzien van schadeveroorzakende gebeurtenissen die plaatsvinden na de inwerkingtreding van deze wetswijziging. Nu de schadeveroorzakende gebeurtenis heeft plaatsgevonden op 25 september 2015 is vergoeding op deze grond niet mogelijk. Het gaat de rechtsvormende taak van de rechter te buiten om in afwijking van het wettelijk stelsel een dergelijke genoegdoening te bieden.
Hoofdelijkheid, wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
gevangenisstrafvoor de duur van
27 (zevenentwintig) jaren.
€ 90,00 (zegge: negentig euro) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
niet-ontvankelijkin de vordering voor zover deze ziet op de posten ‘reiskosten bezoek Openbaar Ministerie/officier van justitie’ en ‘bijwonen van de zitting’.
€ 943,28 (zegge: negenhonderddrieënveertig euro en achtentwintig cent)ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 3.510,00 (zegge: drieduizend vijfhonderdtien euro)ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.506,55 (zegge: vijfduizend vijfhonderd en zes euro en vijfenvijftig cent)bestaande uit € 506,55 (zegge: vijfhonderd en zes euro en vijfenvijftig cent) materiële schade en € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€9,41 (negen euro en eenenveertig cent).