Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met (een deel van) het procesdossier van de eerste aanleg, ingekomen ter griffie op 27 januari 2023;
- het complete procesdossier van de eerste aanleg, ingekomen ter griffie op 10 februari 2023;
- het verweerschrift, inclusief incidenteel hoger beroep, ingekomen ter griffie op 24 maart 2023;
- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep, ingekomen ter griffie op 14 april 2023;
- een formulier namens [werknemer] met producties 8 en 9, ingekomen ter griffie op 17 mei 2023;
3.De beoordeling
ik heb ze al groter voor mij gehad en die gingen ook neer’.
‘Depressieve klachten’. Bij de omschrijving van het bezoek van 17 juni 2022 staat:
‘POHggz; hulpvraag op gebied van emotieregulatie, last van prikkelbaar kort lontje (verbaal); Klachten zijn ontstaan na intensief jaar (4x kaakoperatie; [werkgever] ernstig apneu en ziekteproces/overlijden vader), verbouwing huis.’Tijdens het bezoek van 14 juli 2022 is onder andere genoteerd dat een aanvullende cursus niet passend is en:
‘Prikkelbaarheid is nog aanwezig’. Voorts heeft [werknemer] in zijn beroepschrift gewezen op een verband tussen het voorval op 28 juli 2022 en zijn ziekte (zie hiervoor weergegeven onder 3.9., laatste twee zinnen). Daarbij heeft [werknemer] in zijn toelichting tijdens de zitting van dit hof nog gewezen op de koppeling die de tweede bedrijfsarts heeft gemaakt met het incident op 28 juli 2022 en de arbeidsongeschiktheid van [werknemer] in het advies van 30 september 2022 (
‘het voorval op het werk dat door werkgever gemaild is, is besproken met werknemer en bedrijfsarts.’).
[werkgever] kon vervolgens niet volstaan met het volharden bij het standpunt dat haars inziens geen sprake was van enig causaal verband of dat de arbeidsongeschiktheid niets van doen had met het voornemen de arbeidsovereenkomst te beëindigen.