Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties 30 tot en met 38, ingekomen ter griffie op 24 januari 2024;
- een brief van [de werknemer] met productie 12, ingekomen ter griffie op 7 februari 2024;
- het verweerschrift inclusief incidenteel hoger beroep met producties 13 tot en met 22, ingekomen ter griffie op 8 mei 2024;
- een brief van [de werknemer] met producties 23 tot en met 26, ingekomen ter griffie op 27 mei 2024;
- een brief van [de werkgever] met producties 40 en 41, ingekomen ter griffie op 30 mei 2024;
- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep met productie 39, ingekomen ter griffie op 4 juni 2024;
3.De beoordeling
De door [de werknemer] opgeworpen onvoorwaardelijke grief is eerst tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep ingetrokken, nadat van de zijde van [de werkgever] nadere informatie is verschaft over de berekeningsmethode, en diverse daarbij in ogenschouw te nemen componenten van het wel uitgekeerde bedrag aan bonus als vervolgens verder tussen partijen besproken tijdens de schorsing(en).
Dit dient - gezien het moment van het aanreiken van deze nadere informatie door [de werkgever] - te leiden tot compensatie van kosten als hierna te formuleren.