2.3.De BsGW is een zogenoemde gemeenschappelijke regeling, zijnde een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam in de zin van artikel 8, lid 1, Wet gemeenschappelijke regelingen. De regeling vermeldde bij haar inwerkingtreding onder meer het volgende:
“
Artikel 8: Overdracht wettelijke bevoegdheden
De raad, het college en de burgemeester van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van de deelnemende waterschappen dragen de uitvoering van de in bijlage 1 opgenomen wettelijke bepalingen betreffende de door de regeling te behartigen belangen over aan de respectievelijke bestuursorganen van de regeling, ieder voor zover het hen aangaat.
(…)
Bijlage 1: Overdracht wettelijke bevoegdheden; aanwijzing en mandaat
Het college van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeente respectievelijk het dagelijks bestuur van het deelnemende waterschap dragen de uitvoering van de volgende wettelijke bepalingen betreffende de in artikel 4 van de regeling genoemde belangen over aan de respectievelijke bestuursorganen van de regeling, ieder voor zover het hen aangaat.
Aanwijzingen op het terrein van heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen
• Het aanwijzen als gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 231, tweede lid, sub b, Gemeentewet;
(…)
Aanwijzing op terrein van de waardering van onroerende zaken
• Het aanwijzen van de gemeenteambtenaar die belast is met de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) als bedoeld in artikel 1, tweede lid, Wet WOZ.
Aanwijzingen op het terrein van heffing en de invordering van waterschapsbelastingen
• Het aanwijzen als waterschapsambtenaar belast met de heffing van waterschapsbelastingen als bedoeld in artikel 123, derde lid, sub b, Waterschapswet;
(…)”
In de Staatscourant 2015, 44586 is onder meer de volgende tekst van de BsGW opgenomen:
“
Hoofdstuk III: Te behartigen belangen, taken en bevoegdheden
Artikel 4: Te behartigen belangen
1. De regeling wordt getroffen in het belang van een zo doelmatig mogelijke uitvoering van enige wettelijke bepaling of beleidsregel betreffende de heffing en invordering van:
a. gemeentelijke belastingen, inclusief activiteiten in het kader van de Wet waardering onroerende zaken, zoals dit door de deelnemende gemeenten na bereikte overeenstemming daarover met het algemeen bestuur expliciet is bepaald. Het besluit wordt bij de regeling gevoegd.
b. waterschapsbelastingen (…).
Overdracht wettelijke bevoegdheden; aanwijzing, delegatie en mandaat
Het college van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeente respectievelijk het dagelijks bestuur van het deelnemende waterschap dragen de uitvoering van de volgende wettelijke bepalingen betreffende de in artikel 4 van de regeling genoemde belangen over aan de respectievelijke bestuursorganen van de regeling, ieder voor zover het hen aangaat.
Aanwijzingen op het terrein van heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen
• Het aanwijzen als gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 231, tweede lid, sub b, Gemeentewet
(…)
Aanwijzing op terrein van de waardering van onroerende zaken
• Het aanwijzen van de gemeenteambtenaar die belast is met de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) als bedoeld in artikel 1, tweede lid, Wet WOZ
(…)
Aanwijzingen op het terrein van heffing en de invordering van waterschapsbelastingen
• Het aanwijzen als waterschapsambtenaar belast met de heffing van waterschapsbelastingen als bedoeld in artikel 123, derde lid, sub b, Waterschapswet.”
In de Staatscourant 2020, 68048 is een zogenoemd instellingsbesluit gepubliceerd waarin is besloten om – kort gezegd – de BsGW te wijzigen waardoor deze, voor zover van belang, als volgt komt te luiden:
“
Artikel 5 Overdracht en mandaat bevoegdheden.
1. Aan het dagelijks bestuur wordt overgedragen de bevoegdheid tot:
a. de aanwijzing van een of meer ambtenaren van de BsGW als heffingsambtenaar, als bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder a van de Gemeentewet en artikel 124, vijfde lid, onder a van de Waterschapswet, bevoegd tot het heffen van belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;
(…)
2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing ten aanzien van de:
a. onroerende zaak belasting als bedoeld in artikel 220 van de Gemeentewet;
(…)
e. watersysteemheffing als bedoeld in artikel 117 van de Waterschapswet;
(…)
h. uitvoering van de wet WOZ.”