3.4.Op 1 mei 2019 had [B.V. 2] een schuld uit hoofde van de huur van auto’s van [de B.V.] van € 140.327,63. Op of rond 1 juli 2019 hebben [de B.V.] (‘schuldeiser’), [B.V. 2] (‘schuldenaar’) en [appellant] (‘borg’) een overeenkomst ondertekend met het opschrift ‘schuldbekentenis, pandakte & borgtocht’. Deze overeenkomst luidt onder meer:
‘(C) Schuldenaar Schuldeiser verzocht heeft: (I) de Schuld en daarover te
vervallen rente in termijnen te mogen aflossen; en (II) de
Huurovereenkomst voort te zetten, in ruil, voor de in deze Overeenkomst
door Schuldenaar te verstrekken pandrechten en in ruil voor de in deze
Overeenkomst door Borg verstrekte borgtocht voor de schulden van
Schuldenaar aan Schuldeiser’.
De overeenkomst bevat onder meer een regeling voor het afbetalen van de schuld van [B.V. 2] in maandelijkse termijnen van € 3.500,-, met een vergoeding van een rente van 8% per jaar en het verstrekken van zekerheden aan [de B.V.] door [B.V. 2] en [appellant] voor het voldoen van de schuld. Deze zekerheden bestonden uit het verlenen van pandrechten op vorderingen van [B.V. 2] en een borgstelling door [appellant] . Over deze pandrechten en borgtocht is onder meer bepaald:
Overeenkomst tot verpanden en verpanding
9. De Schuldenaar verbindt zich hierbij tot verpanding aan de Schuldeiser van
zijn huidige en toekomstige Vorderingen en geeft deze Vorderingen hierbij,
voor zover het toekomstige Vorderingen betreft bij voorbaat, aan de
Schuldeiser in pand. De Schuldeiser aanvaardt deze verpanding.
(…)
Bevoegdheid tot verpanding en eerste in rang
11. De Schuldenaar verklaart dat hij tot de verpanding bevoegd is (…).
(…)
14. Onder het Pandrecht vallen mede alle Vorderingen van Schuldenaar jegens
SIDN met betrekking tot de volgende domeinnamen: [domeinnaam 1]
Schuldeiser zal- een kopie van deze Overeenkomst aan SIDN sturen ter registratie
van dit Pandrecht ten laste van genoemde domeinnamen.
15. Borg verstrekt deze Borgtocht ten behoeve van de normale uitoefening van
het bedrijf van Schuldenaar, waarvan hij indirect enig bestuurder en enig
aandeelhouder is. De Borgtocht geldt voor al hetgeen Schuldenaar aan
Schuldeiser nu of te eniger tijd verschuldigd mocht zijn uit hoofde van deze
Overeenkomst en/of de Huurovereenkomst, echter tot geen hoger bedrag
dan EUR 140.327,63 (honderd veertig duizend drie honderd zeven en twintig
Euro en drie en zestig Euro cent), te vermeerderen met de rente daarover
berekend op basis van het door Schuldenaar verschuldigde rentepercentage, en alle kosten op de invordering vallend.
(…)
Borg is bekend met financiële situatie Schuldenaar
19. Borg verklaart bekend te zijn met de financiële positie van Schuldenaar en met de inhoud van de verbintenissen van Schuldenaar jegens Schuldeiser. Schuldeiser heeft aan Borg doel en strekking van de borgstelling medegedeeld. Borg verklaart de mogelijke consequenties van de borgstelling ten volle te beseffen.’