3.1.3.Ten tijde van het ongeval was [echtgenoot van appellante] werkzaam bij [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ) in de functie van projectleider. [bedrijf] hield zich, onder meer, bezig met het leveren en monteren van dak- en wandbeplatingssystemen. [geïntimeerde] was ten tijde van het ongeval via de vennootschap [de vennootschap 2] enig bestuurder van [bedrijf]
.De aanstellingsbrief van [echtgenoot van appellante] van 16 december 2010 (productie 8 bij conclusie van antwoord) houdt onder meer het volgende in:
“Per 1 januari 2011 zal uw functie wijzigen van voorman monteur naar projectleider. (…)
Als projectleider bent u verantwoordelijk voor het navolgende:
- voortgang en kwaliteit van de projecten.
- planning - instructie van en aan de monteurs.
- het inhuren van het benodigd materieel zoals hoogwerkers, veiligheidsvoorzieningen etc.
- het bijwonen van de bouwvergaderingen.
- het ophalen - verzorgen van de bonnen bij de uitvoerders t.b.v. de facturatie van de termijnen.
- het registeren van meer- en minderwerken.
- opleveren van de projecten.
- het toezien op de veiligheidseisen zoals wettelijk zijn voorgeschreven evenals het naleven van de bepalingen conform ons VGM voorlichtingsprogramma.
Dit toezicht geldt zowel voor de monteurs in loondienst binnen [bedrijf] evenals ingehuurde medewerkers.
Wekelijks zal u met ondergetekende de voortgang van de projecten en de gang van zaken binnen deze projecten doornemen - evalueren. Plotselinge en onvoorziene omstandigheden dienen per direct gemeld te worden aan ondergetekende. (…)”
De aanstellingsbrief is ondertekend door [geïntimeerde] .
3.1.6.De Inspectie SZW (hierna: de Arbeidsinspectie) heeft een onderzoek ingesteld naar het arbeidsongeval. De werknemer [werknemer 1 van bedrijf] , die op 1 maart 2012 op het project in [vestigingsplaats] werkte, heeft op vragen van de Arbeidsinspectie het volgende verklaard (bijlage 4 bij productie 2 bij inleidende dagvaarding en productie 10 bij conclusie van antwoord):
“V =vraag inspecteur
A =antwoord aan inspecteur
(…)
V:Kunt u mij vertellen welke werkzaamheden door het slachtoffer op het moment van het ongeval werden verricht?
A:Op dat moment was [echtgenoot van appellante] aan het meehelpen bij het verwisselen van een plaat.
V:Behoorde de door het slachtoffer uitgevoerde werkzaamheden, ten tijde van het ongeval tot de reguliere taak van het slachtoffer?
A:Nee. [echtgenoot van appellante] was uitvoerder en toezichthouder bij [bedrijf] .
(…)
V:Bent u door [bedrijf] ingelicht over de risico’s die bij het werken m.b.t. het vervangen van de oude metalen dakplaten ontstaan?
A:Ja, ik weet dat er een risico’s aan verbonden zijn. Daar is wel over gesproken dat we valbeveiliging mee moesten nemen. Deze hebben we ook mee gekregen.
V:Door wie, wanneer en op welke wijze zijn jullie ingelicht (schriftelijke of mondeling)?
A:Dat werd ons door [echtgenoot van appellante] zelf op de zaak aan ons verteld en hij had ook de valbeveiliging mee
gegeven.
V:Wat is u verteld over de risico's?
A:(…) Wat de risico betreft zijn we op de hoogte welke risico's er zijn. vanuit mijn ervaring. Vandaar dat dat niet iedere dag werd herhaald.
V:Wordt er door [bedrijf] op toegezien dat de veiligheidsvoorzieningen in de praktijk worden toegepast?
A:(…) [echtgenoot van appellante] was ook diegene die daarop toeziet. Hij had ons naar beneden moeten roepen en zelf niet naar boven moeten komen.
V:Is er voorafgaand aan de werkzaamheden door [bedrijf]
gecontroleerd of er ook veilig gewerkt kon worden?
A:Dat durf ik echt niet te zeggen. Ik neem aan dat dat gecontroleerde was. Misschien hadden we dit zelf ook moeten doen.
V:Wie heeft de controle uitgevoerd en wanneer is de controle gedaan?
A:Daar kan ik geen antwoord op geven.
V:Is er tussentijds nog door [bedrijf] gecontroleerd of de
veiligheidsvoorzieningen getroffen waren en er dus veilig gewerkt kon worden?
A:Nee, op dat moment kwam [echtgenoot van appellante] nog wat uitleggen over een bepaald stuk zetwerk. [echtgenoot van appellante] heeft daarbij niets gezegd over het aandoen van een gordel.
V:Heeft de toezichthouder wel eens opmerkingen gemaakt over uw werkwijze?
A:Ja in welk opzicht, We werden er soms op gewezen dat we de beveiligingen moesten
gebruiken. Nu in dit geval had hij daar niets over gezegd. Op dat moment niet.
Als hij daar wel iets had over gezegd waren we naar beneden gegaan en hadden deze
aangedaan.
V:Zijn er wel eens werknemers gestraft als zij zich niet hielden aan de instructies?
(sanctiebeleid).
A:In het VGM plan staat er wel iets over in maar ik zelf [echtgenoot van appellante] daar nog nooit over aangesproken
V:Zo ja, op welke wijze?
A:Ik weet dat er in eerste instantie gewaarschuwd wordt en dat het kan leiden tot een boete en ontslag.
V:Heeft SO zich aan zijn instructie gehouden?
A:Nee, [echtgenoot van appellante] had zich ook aan moeten lijnen.
V:Is er wel eens door een leidinggevende van [bedrijf] geconstateerd dat er door een van jullie niet volgens de veiligheidvoorschriften werd gewerkt?
A:Ja, dat was op een andere bouwlocatie. Dat werd gedaan door [oud eigenaar van bedrijf] , wat zijn functie binnen [bedrijf] is weet ik niet. Ik denk dat hij de oud eigenaar is.
V:Wat heeft die leidinggevende vervolgens gedaan?
A:We hebben toen een waarschuwing gehad en hebben onze valbeveiliging aan gedaan.
V:Heeft de leidinggevende daarna nog gecontroleerd of het veilig was?
A:Ja.
V:Waren er op het moment van het ongeval voldoende middelen op het werk aanwezig om alle veiligheidsvoorzieningen te kunnen treffen.
A:Ja.
V:Kunt u mij zeggen wat er de reden van is geweest dat op het moment van het ongeval de
veiligheidsvoorzieningen kennelijk niet allemaal getroffen waren.
A:Ja, dat is i.v.m. de werkzaamheden zonder valbeveiliging gaan de werkzaamheden sneller.
We hadden er ook een kraan staan die we zo goed mogelijk willen gebruiken. Dit werd op
eigen initiatief gedaan.
V:Komt dit vaker voor bij [bedrijf] ?
A:Nee niet vanuit [bedrijf] , maar op eigen initiatief. Nu zal dat niet meer gaan gebeuren, we
hebben een harde leerschool gehad. We proberen ook geld voor de baas te verdienen dus
een stukje eigenwijsheid speelde hierbij ook een rol.
(…)
V:Denkt u dat door een verbeterde voorlichting en/of instructie het ongeval voorkomen had
kunnen worden?
A:Het was duidelijk gezegd dat we de beveiligingen moesten gebruiken. Een verbeterende
voorlichting of instructie had dit ongeval niet kunnen voorkomen.
V:Weet u of er nog andere ooggetuigen zijn van het ongeval?
A:Dat was [werknemer 2 van bedrijf] .
V:Wat is volgens u, als getuige, de toedracht van het ongeval?
A:Het niet aangelijnd werken op het dak. Te fanatiek en te gedreven in het werk. Het was het
even helpen van de jongens. Het was gewoon routine. [echtgenoot van appellante] was al 17 jaar werkzaam binnen
dit bedrijf en zeer gedreven in zijn uitvoering van het werk.
(…)
V:Waren er voorzieningen op het dak aanwezig om je aan te lijnen?
A:Alleen wanneer we de oude plaat verwijderd hadden. Er waren geen andere punten op het
dak aanwezig om ons aan te lijnen.
V:Kan je aangeven waarom er geen netten gespannen waren voor deze werkzaamheden?
A:Daar kan ik geen antwoord op geven. De beslissing voor het toepassen van netten ligt niet bij mij.”
De werknemer [werknemer 2 van bedrijf] , die op 1 maart 2012 op het project in [vestigingsplaats] werkte, heeft tegenover de Arbeidsinspectie het volgende verklaard (bijlage 5 bij productie 2 bij inleidende dagvaarding en productie 10 bij conclusie van antwoord):
“V =vraag inspecteur
A =antwoord aan inspecteur
(…)
V:Weet u onder leiding van welke persoon de werkzaamheden van het slachtoffer op het moment van het ongeval werden uitgevoerd?
A:[echtgenoot van appellante] was zelf uitvoerder en was als zodanig bij ons aan het werk.
(…)
V:Weet u door wie het werk aan de [adres] te [vestigingsplaats] is opgenomen?
A:Ik denk door [echtgenoot van appellante] . Hij doet over het algemeen de opname van de werkzaamheden.
V:Bent u door [bedrijf] ingelicht over de risico's die bij het werken m.b.t. het vervangen van de oude metalen dakplaten ontstaan?
A:We weten het gevaar. Ik heb wel instructies gekregen van [bedrijf] hoe we veilig moeten
werken.
V:Door wie, wanneer en op welke wijze zijn jullie ingelicht (schriftelijke of mondeling?
A:Door [geïntimeerde] . Dat was anderhalf jaar geleden mondeling gedaan.
V:Wat is u verteld over de risico's?
A:Onze werkzaamheden zijn heel breed. We weten dat we een helm op moeten bij een kraan
en dat we harnasgordels moeten dragen als er geen netten hangen. Normaal gesproken
hangen er netten. In dit geval niet.
V:Is u door [bedrijf] verteld welke veiligheidsvoorzieningen getroffen moesten worden bij de door jullie te verrichten werkzaamheden?
A:Ja, ’s morgens door [echtgenoot van appellante] , dat we harnassen moesten gebruiken met gebruikmaking van een rolautomaat.
V:Wordt er door [bedrijf] toegezien dat de
veiligheidsvoorzieningen in de praktijk worden toegepast?
A:Ja, normaal gesproken door [echtgenoot van appellante] .
V:Is er voorafgaand aan de werkzaamheden door [bedrijf]
gecontroleerd of er ook veilig gewerkt kon worden?
A:Op de locatie moeten wij zelf toepassen wat ons ’s morgens verteld was.
V:Is er tussentijds nog door [bedrijf] gecontroleerd of de
veiligheidsvoorzieningen getroffen waren en er dus veilig gewerkt kon worden?
A:Nee. Dat kwam [echtgenoot van appellante] op dat moment ook doen.
V:Wanneer was de laatste controle, door wie is de controle verricht en voldeed de arbeidsplaats toen aan de voorschriften?
A:[echtgenoot van appellante] kwam op dat moment de controle uitvoeren. [echtgenoot van appellante] had op dat moment moeten zeggen dat we onze valbeveiliging moesten gaan gebruiken. Daar naast is [echtgenoot van appellante] zonder valbeveiliging het dak op gegaan.
V:Heeft de toezichthouder wel eens opmerkingen gemaakt over uw werkwijze?
A:Ja, zeker wel. Dan moesten we direct de maatregelen treffen.
V:Zijn er wel eens werknemers gestraft als zij zich niet hielden aan de instructies?
(sanctiebeleid).
A:Ja, ik heb al eens meegemaakt dat een collega een waarschuwing kreeg en dat er een brief
naar huis werd gestuurd. Ik was hierbij aanwezig. Hierna kan nog een boete worden opgelegd en kan het leiden tot ontslag.
V:Heeft SO zich aan zijn instructie gehouden?
A:Nee, [echtgenoot van appellante] had zich aan moeten lijnen.
V:Is er wel eens door een leidinggevende van [bedrijf] geconstateerd dat er door een van jullie niet volgens de veiligheidvoorschriften werd gewerkt?
A:Ja.
V:Wat heeft die leidinggevende vervolgens gedaan?
A:Hem erop aangesproken en een brief gestuurd.
V:Heeft de leidinggevende daarna nog gecontroleerd of het veilig was?
A:Ja, dan werd het probleem direct verholpen.
V:Waren er op het moment van het ongeval voldoende middelen op het werk aanwezig om alle veiligheidsvoorzieningen te kunnen treffen.
A:Ja, die waren aanwezig. Deze lagen bij ons in de bus. Ik bedoel hiermee de harnasgordel en rolautomaat.
V:Kunt u mij zeggen wat er de reden van is geweest dat op het moment van het ongeval de
veiligheidsvoorzieningen kennelijk niet allemaal getroffen waren.
A:Dat was mens eigen en de snelheid van het werk. Het was een stukje eigenwijsheid. We
werken regelmatig op hoogte en dan wordt je wel eens wat makkelijker met het gebruik van
de beveiligingsmiddelen,
V:Komt dit vaker voor bij [bedrijf] ?
A:Normaal leggen we nieuwe daken en hangen er netten onder. Volgens mij heb ik nog nooit zo’n dak gerenoveerd. Het bedrijf wel.
(…)
V:Denkt u dat door een verbeterde voorlichting en/of instructie het ongeval voorkomen had
kunnen worden?
A:Nee, want alles was duidelijk doorgesproken en alles was meegegeven. Hierbij kwam een
stukje gedrevenheid om de hoek kijken.
(…)
V:Waren er voorzieningen op het dak aanwezig om je aan te lijnen?
A:Nee, alleen wanneer er een dakplaat weg was kon je je aanlijnen aan een gording.(…)”
3.1.7.De Arbeidsinspectie heeft na onderzoek vastgesteld dat [bedrijf] de Arbeidsomstandighedenwet heeft overtreden. De Arbeidsinspectie verwijt [bedrijf] – kort en zakelijk weergegeven – dat zij haar werknemers op hoogte werkzaamheden heeft laten verrichten, zonder dat ter plaatse (doelmatige) veiligheidsmaatregelen waren getroffen ter voorkoming van valgevaar. Aan [bedrijf] is een boete opgelegd van € 10.800,00. De bevindingen van het onderzoek heeft de Arbeidsinspectie neergelegd in het boeterapport van 9 oktober 2012 (productie 2 bij inleidende dagvaarding), waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“Uit de verklaring van [technisch directeur bedrijf] bij [bedrijf] , is gebleken dat gezien de aangetroffen situatie op de locatie aan de [adres] te [vestigingsplaats] , niet conform de aanvullende voorwaarden (genoemd in de opdrachtbevestiging van 23 januari 2012) gewerkt kon worden. De heer [technisch directeur bedrijf] had toen zelf het voorstel gedaan om de werkzaamheden aangelijnd uit te voeren.
Echter uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat de werkzaamheden op de werktuigloods, gelegen aan de [adres] te [vestigingsplaats] voor wat betreft het vervangen van de dakplaten niet aangelijnd werden uitgevoerd.
Ook werden tijdens het onderzoek op donderdag 1 maart 2012, geen vanglijnen of andere voorzieningen aangetroffen op het dak van de werktuigloods, die het valgevaar hadden kunnen voorkomen.
(…)
Ter plaatse van de genoemde werkzaamheden was de dakrand niet voorzien van leuningen.
De werkzaamheden werden ook uitgevoerd in de directe nabijheid van de dakrand, waar ter plaatse geen randbeveiligingen was aangebracht.
Ter plaatse van de genoemde werkzaamheden werden geen harnasgordels gebruikt, of waren er geen andere technische voorzieningen getroffen, zoals het aanbrengen van een vangnet onder de dakconstructie, om het valgevaar te voorkomen.
Hierdoor was ernstig valgevaar aanwezig.De valhoogte bedroeg ongeveer 6 meter.Bij het verrichten van arbeid, waarbij valgevaar bestond met een valhoogte van meer dan 2,5 meter, was het gevaar niet tegengegaan door het aanbrengen van een veilige steiger, stelling, bordes, werkvloer of doelmatige hekwerken, leuningen en doelmatige veiligheidsgordels met vanglijnen van voldoende sterkte of andere dergelijke voorzieningen,Aldus een overtreding van artikel 16 lid 10 van de Arbeidsomstandighedenwet, juncto artikel 3.16 lid 1 en lid 3 van het Arbeidsomstandig- hedenbesluit, juncto artikel 2.19 lid 1 van het Bouwbesluit 2012(…)”.