AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Naheffingsaanslag accijns en de rechtsgeldigheid van belastingaanslagen in het bestuursrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in hoger beroep over een naheffingsaanslag in de accijns opgelegd aan belanghebbende voor de periode van 1 oktober 2009 tot en met 31 december 2012. De inspecteur had eerder een naheffingsaanslag opgelegd, maar deze werd vernietigd omdat het hof oordeelde dat zonder vernietiging de formele rechtskracht zou worden verkregen, wat zou leiden tot dubbele heffing voor dezelfde feiten. Het hof concludeerde dat de inspecteur alle op de zaak betrekking hebbende stukken had overgelegd en dat de onregelmatigheden niet tijdens de overbrenging waren geconstateerd, waardoor Nederland heffingsbevoegd was. Belanghebbende had niet aangetoond dat de overbrenging overeenkomstig de richtlijn was geëindigd of dat de onregelmatigheid in een andere lidstaat had plaatsgevonden. De naheffingsaanslag werd derhalve terecht opgelegd. Het hof oordeelde dat de inspecteur ten onrechte een tweede naheffingsaanslag had opgelegd, wat leidde tot verwarring en onterecht dubbele heffing. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het hoger beroep van belanghebbende werd gegrond verklaard.
Voetnoten
2.Artikel 5, lid 1, AWR.
4.Vgl. HR 20 december 1978, BNB 1979/111; HR 6 oktober 1993, BNB 1995/99 en HR 17 maart 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV5028. 5.De burgerlijke rechter dient te oordelen vanuit het beginsel dat bij een besluit van een bestuursorgaan waartegen een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang heeft opengestaan en deze rechtsgang hetzij niet is gebruikt, hetzij niet tot vernietiging van het besluit heeft geleid hij ervan dient uit te gaan dat dat besluit zowel wat zijn wijze van totstandkoming als wat zijn inhoud betreft in overeenstemming is met de desbetreffende wettelijke voorschriften en algemene rechtsbeginselen. Zie onder meer: HR 17 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM6102. 7.Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG. Artikel 2b, lid 2, WA.
8.Artikel 2c WA.
9.Artikel 2, lid 5, WA.
10.Artikel 2b WA.
11.Artikel 10, lid 4, Accijnsrichtlijn. Artikel 2c, lid 3, WA.
12.Artikel 2b, lid 2, WA.
13.Artikel 10, lid 5, Accijnsrichtlijn. Artikel 2c, lid 5, WA.
14.Artikel 2c, lid 3 WA.
15.Artikel 8 Accijnsrichtlijn en artikel 51 WA.
16.Artikel 2b, lid 2, WA.
17.Artikel 2b, lid 2, WA.
18.1 punt voor bezwaarschrift en 1 punt voor het horen in bezwaar, zie Besluit proceskosten bestuursrecht.
19.1 punt voor beroepschrift, 0,5 punt voor conclusie van repliek en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, zie Besluit proceskosten bestuursrecht.
20.1 punt voor beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen op de zitting, 0,5 punt voor het verschijnen bij de raadsheer-commissaris, 0,5 punt voor het verstrekken van schriftelijke inlichtingen en 1 punt voor het verschijnen op de nadere zitting na tussenuitspraak, zie Besluit proceskosten bestuursrecht.