Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Artikel 17 van de Wet WOZ
Artikel 4 van de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken
- op de waardepeildatum 1 januari 2013 in goede justitie vast op € 130.000.000;
- op de waardepeildatum 1 januari 2014 in goede justitie vast op € 120.000.000.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- verklaart het incidentele hoger beroep ongegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten;
- verklaart het beroep bij de Rechtbank gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de WOZ-waarde van de onroerende zaak tot een bedrag van € 130.000.000;
- vermindert de aanslag 2014 onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig;
- gelast dat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het door haar ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 501 vergoedt, en
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op, in totaal, € 2.094.
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- verklaart het incidentele hoger beroep ongegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten;
- verklaart het beroep bij de Rechtbank gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de WOZ-waarde van de onroerende zaak tot een bedrag van € 120.000.000;
- vermindert de aanslag 2015 onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig, en
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op, in totaal, € 2.094.