3.1.In rov. 4.1 tot en met 4.6 heeft de voorzieningenrechter vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. De door de voorzieningenrechter vastgestelde feiten, die niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. Voorts staan nog enkele andere feiten, als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist, tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van deze relevante feiten.
3.1.1.American Iron & Metal Company (hierna: AIM) is een familiebedrijf dat gespecialiseerd is in de recycling en verwerking van metalen en dat wereldwijd actief is met meer dan 70 verschillende vestigingen en meer dan 2.500 werknemers.
3.1.2.Vanaf 2015 heeft AIM in een joint venture, genaamd AIM Europe, samengewerkt met de heer [appellant 6] en de heer [aandeelhouder en bestuurder van waste management] met als doel een nieuwe recyclingfabriek te bouwen in België. In het kader van de voorgenomen samenwerking richtten [appellant 6] en [aandeelhouder en bestuurder van waste management] samen de besloten vennootschap naar Belgisch recht Waste Management op. [aandeelhouder en bestuurder van waste management] , via zijn persoonlijke holding TWINS, en [appellant 6] zijn de aandeelhouders en bestuurders van Waste Management. De samenwerking hield in dat AIM de joint venture financierde en dat [aandeelhouder en bestuurder van waste management] en [appellant 6] , via Waste Management, hun kennis, expertise en ervaring inzetten.
3.1.3.[de vennootschap 1] is een Nederlands bedrijf dat actief is in de metaal recycling sector. De overige appellanten zijn (in)direct bestuurder en/of aandeelhouder van [de vennootschap 1]
3.1.4.De resultaten van AIM Europe waren, na de opstartfase, niet zoals verwacht. In het boekjaar van 13 juli 2015 tot en met 31 december 2016 had AIM Europe een verlies geleden van € 1.798.832 en in het boekjaar van 2017 een verlies van ruim € 7.000.000. Op enig moment zijn de aandelen van Waste Management in AIM Europe in handen gekomen van AIM en is AIM enig aandeelhouder van AIM Europe geworden. Op 26 april 2018 vond de algemene vergadering van AIM Europe plaats en heeft AIM als enig aandeelhouder beslist om met onmiddellijke ingang TWINS en [appellant 6] als bestuurders van AIM Europe te ontslaan en te vervangen.
3.1.5.In de periode september 2016 tot en met oktober 2017 heeft AIM Europe meerdere keren ‘non-ferromix 3’ verkocht aan [de vennootschap 1] AIM Europe heeft verschillende schriftelijke getuigenverklaringen overgelegd waarin getuigen verklaren dat ‘non-ferromix 3’ in werkelijkheid koper is. AIM Europe heeft ook een schriftelijke verklaring van [getuige 1] overgelegd waarin deze verklaart sinds medio 2016 ‘non-ferromix 3’ te hebben ingekocht bij AIM Europe en dat dit een ijzerstoffractie is waarvan de prijs niet hoger lag dan € 100 tot € 150 per ton.
3.1.6.Op 5 juni 2018 heeft AIM Europe in België bij de onderzoeksrechter een (straf)klacht neergelegd en zich gesteld als burgerlijke partij tegen [aandeelhouder en bestuurder van waste management] , TWINS BVBA, de heer [appellant 6] , onbekenden en [de vennootschap 1]
3.1.7.AIM Europe heeft op 7 augustus 2018 ten laste van [appellanten c.s.] conservatoir bewijsbeslag gelegd na verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg op 10 juli 2018. Het bewijsbeslag is gelegd door gerechtsdeurwaarders van deurwaarderskantoor [deurwaarderskantoor] , bijgestaan door IT-specialisten van DigiJuris, op verschillende locaties. De inbeslaggenomen gegevens(dragers) zijn bewaard bij DigiJuris.
3.1.8.Vervolgens hebben die deurwaarders en die IT-specialisten binnen de beslagen bescheiden een selectie gemaakt van dat deel van de beslagen bescheiden die naar hun mening onder de reikwijdte van het beslagverlof vallen (de voorlopige selectie). Daarna hebben zij de advocaten van [appellanten c.s.] inzage gegeven in de voorlopige selectie en hen gevraagd eventuele bezwaren daartegen kenbaar te maken. Ten slotte hebben de deurwaarders en IT-specialisten de definitieve selectie gemaakt
.
3.2.1.In eerste aanleg vorderde AIM Europe, in conventie, om [appellanten c.s.] hoofdelijk te veroordelen:
I. om vanaf de dag van betekening van het vonnis, te dulden dat DigiJuris afschrift en inzage verschaft van de uitgeselecteerde bescheiden die zijn aangetroffen door het beslag;
II. tot betaling van een dwangsom van € 50.000,-, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor iedere dag dat de desbetreffende (rechts)persoon niet aan het onder I. gevorderde voldoet;
III. om aan AIM Europe te voldoen de kosten van dit geding, inclusief beslagkosten, vermeerderd met wettelijke rente in geval van niet voldoen van de gedingkosten en nakosten.
3.2.2.In reconventie vorderden [appellanten c.s.] :
- AIM Europe te veroordelen tot het onmiddellijk opheffen van het conservatoir bewijsbeslag onder [appellanten c.s.] op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per dag dat AIM Europe in strijd handelt met dit gebod;
- AIM Europe te gebieden binnen 24 uur alle documenten toebehorend aan [appellanten c.s.] die onder het bewijsbeslag vallen, te retourneren aan [appellanten c.s.] dan wel, wanneer retourneren niet mogelijk is omdat het gekopieerde digitale bestanden betreffen, permanent te laten verwijderen door de gerechtsdeurwaarder, althans door de IT bewaarder DigiJuris, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per dag dat AIM Europe in strijd handelt met dit gebod;
- AIM te veroordelen tot betaling van € 1.000,- aan [appellant 6] als voorschot op de betaling van de schadevergoeding;
- AIM Europe te veroordelen in de kosten van het geding.