ECLI:NL:GHSHE:2018:4030

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 oktober 2018
Publicatiedatum
2 oktober 2018
Zaaknummer
200.149.099_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenbericht en benoeming derde deskundige in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure. De zaak is aanhangig gemaakt door Custodian Vesteda Fund I, Dutch Residential Fund II B.V. als rechtsopvolger van Stichting Dutch Residential Fund I, en Q-Park Real Estate Netherlands I, Q-Park Operations Netherlands II B.V., en de Vereniging van Eigenaars Woningen van het RIB-gebouw La Résidence. De appellanten worden vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C.G. Nijssen, terwijl de geïntimeerden worden bijgestaan door mr. H.J.G. Braakhuis. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin deskundigen zijn benoemd om vragen te beantwoorden die in eerdere arresten zijn geformuleerd.

In het tussenarrest van 29 mei 2018 heeft het hof besloten om twee deskundigen te benoemen, R. Ebbing en K. Nelissen, en een derde deskundige, drs. J. Buitendijk, die door de andere deskundigen is voorgesteld. Beide partijen hebben ingestemd met de benoeming van deze derde deskundige. Het hof heeft de deskundige belast met het uitvoeren van een deskundigenonderzoek naar de geformuleerde vragen in de eerdere arresten. De deskundige moet zijn rapport binnen een bepaalde termijn indienen, en partijen zijn verplicht om de benodigde informatie aan de deskundige te verstrekken.

Het hof heeft ook de kosten van de deskundige vastgesteld en bepaald dat QP het voorschot voor de deskundige zal betalen. De zaak is verwezen naar de rol van 29 januari 2019 in afwachting van het deskundigenbericht. Het hof houdt verdere beslissingen aan totdat het deskundigenbericht is ontvangen. De uitspraak is gedaan op 2 oktober 2018 en openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.149.099/02
arrest van 2 oktober2018
in de zaak van

1.Custodian Vesteda Fund I(kvk [kvk-nummer 1] )

als rechtsopvolger van
Dutch Residential Fund II B.V.,
2.
Stichting Dutch Residential Fund I(kvk [kvk-nummer 2] )
als rechtsopvolger van
Dutch Residential Fund II B.V.,
die is omgezet in:
Stichting dutch Residential Fund II(kvk [kvk-nummer 3] )
voornoemde rechtspersonen alle gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3.
Q-Park Real Estate Netherlands I(kvk [kvk-nummer 4] )
als rechtsopvolger onder bijzondere titel van:
Q-Park Exploitatie B.V. (kvk [kvk-nummer 5] )
4.
Q-Park Operations Netherlands II B.V.(kvk 72156680)
voorheen genaamd:
Q-Park Exploitatie B.V.(kvk [kvk-nummer 5] )
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten,
hierna: QP,
advocaat: mr. M.C.G. Nijssen te Heerlen,
tegen
1.
Vereniging van Eigenaars Woningen van het RIB-gebouw La Résidence te [vestigingsplaats] , plaatselijk bekend “Plein 1992/Hoge Barakken te [vestigingsplaats] ”,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[geïntimeerde 2],
3.
[geïntimeerde 3],
4.
[geïntimeerde 4],
5.
[geïntimeerde 5] ,
allen wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
hierna: de VvE,
advocaat: mr. H.J.G. Braakhuis te Arnhem,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 4 augustus 2015, 22 december 2015 en 29 mei 2018 in het hoger beroep van het door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, onder zaaknummer C/03/169396 HA ZA 12-91 gewezen vonnis van 18 december 2013.

11.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 29 mei 2018;
  • de brief van de griffie van het gerechtshof van 12 juli 2018 aan de advocaten van partijen over de voorgestelde benoeming van de deskundige drs. J. Buitendijk;
  • het faxbericht van de raadsman van QP van 17 juli 2018, waarbij wordt meegedeeld dat QP instemt met de benoeming van de voorgestelde deskundige.
  • het faxbericht van de raadsman van de VvE van 1augustus 2018, waarbij wordt meegedeeld dat de VvE instemt met de benoeming van de voorgestelde deskundige.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

12.De verdere beoordeling

12.1.
Volhard wordt bij wat in de tussenarresten is overwogen.
12.2.
Bij tussenarrest van 29 mei 2018 is beslist dat het hof twee deskundigen benoemt, te weten R. Ebbing en K. Nelissen, die samen met een door de deskundigen aan te zoeken derde deskundige de in het tussenarrest van 22 december 2015 geformuleerde, en in het tussenarrest van 29 mei 2018 herhaalde, vragen dienen te beantwoorden.
Beide deskundigen hebben voorgesteld om als derde deskundige te benoemen de heer
drs. J. Buitendijk, V.O.F. FinOnVision, [adres] te [postcode] [vestigingsplaats] . De heer Buitendijk begroot het aantal uren op 10 bij een uurtarief van € 150,00 exclusief BTW.
12.3.
Zowel QP als VvE hebben aangegeven in te stemmen met de benoeming van de derde, door de beide andere deskundigen voorgestelde, deskundige en het hof zal dan ook tot benoeming van die deskundige overgaan.
12.4.
In het laatste tussenarrest is de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof moet worden ingeleverd, bepaald op
vijf maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen. In verband met het feit dat nog een derde deskundige moest worden gezocht en bedoelde berichtgeving door de griffier dus nog niet heeft plaats gevonden, zal het hof bedoelde termijn opnieuw bepalen.

13.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat de hierna te benoemen deskundige samen met de reeds benoemde deskundigen Ebbing en Nelissen het in het tussenarrest van 29 mei 2018 bepaalde deskundigenonderzoek naar de in rechtsoverweging 9.4. van dat tussenarrest geformuleerde vragen, zal verrichten;
benoemt tot (derde) deskundige:
de heer drs. J. Buitendijk
V.O.F. FinOnVision
[adres]
[postcode] [vestigingsplaats] ;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan alle drie de deskundigen toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige Buitendijk ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige samen met de beide andere deskundigen een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
vijf maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 1.500,00 (exclusief BTW), tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat QP genoemd voorschot van de deskundige Buitendijk van € 1.500,00 (exclusief BTW) zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
benoemt mr. J.I.M.W. Bartelds tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
verwijst de zaak naar de rol van 29 januari 2019 in afwachting van het deskundigenbericht;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van VvE;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.M. Arnoldus-Smit, J.I.M.W. Bartelds en E.H. Schulten en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 2 oktober 2018.
griffier rolraadsheer