2.7.Tot de gedingstukken behoort een proces-verbaal van ambtshandeling, opgemaakt op 21 februari 2013 door [K] , medewerker bij de FIOD/kantoor Haarlem, waarin onder meer het volgende is vermeld:
“Het cliëntenbestand KB Lux [is] door B/KIR gematcht met het BVR-bestand (Beheer van Relaties), een bestand van de Belastingdienst, waarin alle natuurlijke- en rechtspersonen zijn opgenomen die in Nederland wonen of zijn gevestigd. Tevens zijn in het BVR-bestand opgenomen alle natuurlijke- en rechtspersonen die in het buitenland wonen of zijn gevestigd en in Nederland belastingplichtig zijn. Het BVR-bestand wordt voor wat betreft de natuurlijke personen gevoed met gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie. In het BVR-bestand blijven historische gegevens bewaard.
Opgemerkt wordt dat in het BVR-bestand ten tijde van de identificaties rond de jaren 2001, 2002 de natuurlijke personen zijn opgenomen met voorletters en niet met voornamen.
Indien een rekening meer dan één rekeninghouder heeft, is er uit het BVR-bestand door B/KIR de volgende selectie gemaakt:
a. alle combinaties van beide achternamen waarbij in BVR een relatie staat vermeld. (bijv. gehuwd met, kind van, samenwonend etc)
b. alle combinaties van beide achternamen die in BVR op hetzelfde adres wonen (hebben gewoond)
c. alle combinaties van beide achternamen die in BVR onder hetzelfde dossiernummer staan (stonden) vermeld.
Tot slot zijn de gevonden sofinummers gekoppeld aan het bestand van het Centrale rijbewijzen- en Bromfietscertificatenregister (CRB), in welk bestand de sofinummers, de voornaam en de geslachtsnaam van alle natuurlijke personen met een rijbewijs of een bromfietscertificaat zijn opgenomen en welk bestand is aangekocht van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna genoemd: RDW-bestand).
Door de FIOD/kantoor Haarlem/afdeling Digitaal Ondersteuningsteam is uit het BVR-bestand en het RDW-bestand een nadere selectie gemaakt. Alleen die combinaties van namen zijn in de selectie ter nadere identificatie opgenomen waarbij er of géén voornaam na matching met het RDW-bestand bekend was, dan wel na matching de voornaam uit het RDW-bestand gelijk was aan de voornaam van het cliëntenbestand KB Lux én de eerste letter van de doop-, c.q. geboortenamen binnen het BVR-bestand overeen kwam met de eerste letter van de doop-, c.q. geboortenaam, zoals die op de microfiches voorkomt.
Op basis van het voorgaande verklaar ik, verbalisant, het volgende:
1. Op de afdruk van de microfiche van de KB Lux komt onder meer voor de na(a)m(en): [J] .
2. Uit eerder onderzoek naar rekeninghouders van de KB Lux is komen vast te staan dat indien deze notatiewijze wordt gehanteerd er volgens de systematiek van de KB Lux sprake is van gehuwden, in casu [L] , gehuwd met [de vrouw] .
3. Uit de match van het cliëntenbestand KB Lux met het BVR-bestand komen één overeenkomst voor, waarbij [L] de partner is van [de vrouw] . Dit is [G] , geboren op [geboortedatum 2] -1933 met sofinummer [sofinummer 1] gehuwd met [de vrouw] , geboren op [geboortedatum 1] -1936 met sofinummer [sofinummer 2] .
Uit de match van de rekeninghouder(s), zoals vermeld op de microfiches van de KB Lux met de Belastingdienst ten dienst staande landelijke bestanden, komt één persoon als rekeninghouder in aanmerking, zijnde [E] met sofinummer [sofinummer 1] zoals onder voornoemd punt 3. staat vermeld.
(...).”.