Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
.
5.Beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissing omtrent de vergoeding van immateriële schade,
- verklaarthet tegen de uitspraken van de Inspecteur bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond,
- vernietigtde uitspraken van de Inspecteur,
- vernietigtde navorderingsaanslagen in de IB/PVV en in de VB en de daarbij vastgestelde beschikkingen heffingsrente,
- vermindertde aanslag in de IB/PVV 2001 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 97.763 en
vermindertde daarbij vastgestelde beschikking heffingsrente dienovereenkomstig, - gelastdat de Inspecteur aan belanghebbenden het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 327 vergoedt, en
- veroordeeltde Inspecteur in de kosten van het geding bij de Rechtbank, het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en het Hof aan de zijde van belanghebbenden, vastgesteld op, in totaal, € 4.455.