GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 15/00869
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende], wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 1 augustus 2013, nummer AWB 13/557, in het geding tussen
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende na te noemen aanslag.
1Ontstaan en loop van het geding
1.1.Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: de aanslag IB /PVV 2009) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 88.721 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 610. Tevens is bij beschikking € 347 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Na door belanghebbende tijdig tegen de aanslag en de beschikking gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij in één geschrift verenigde uitspraken van 18 december 2012 de aanslag en de beschikking gehandhaafd.
1.2.Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 42. Bij haar vorenvermelde uitspraak heeft de Rechtbank dit beroep ongegrond verklaard.
1.3.Tegen deze laatste uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Ter zake van dit hoger beroep heeft de griffier van het Gerechtshof Arnhem- Leeuwarden van belanghebbende een griffierecht geheven van € 118. Bij zijn uitspraak van 24 juni 2014, nummer 13/00954, (hierna: de uitspraak van Hof Arnhem- Leeuwarden), heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 85.571 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 610, de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 234,32 en de Inspecteur gelast aan belanghebbende het betaalde griffierecht te vergoeden, te weten € 42 in verband met het beroep en € 118 in verband met het hoger beroep.
1.4.De uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden is, op het beroep in cassatie van de staatssecretaris van Financiën, bij arrest van de Hoge Raad van 29 mei 2015, nr. 14/03927, vernietigd. Voorts heeft de Hoge Raad bij dit arrest het geding verwezen naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest (hierna: het verwijzingsarrest).
1.5.Belanghebbende heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld door het Hof, bij brief van 5 september 2015 een conclusie naar aanleiding van het verwijzingsarrest ingediend. De Inspecteur is vervolgens door het Hof in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het verwijzingsarrest en op de conclusie van belanghebbende, hetgeen hij heeft gedaan bij conclusie van 12 januari 2016.
1.6.Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 22 januari 2016 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende en zijn gemachtigde de heer [A] , alsmede, namens de Inspecteur, de heren [B] en [C] .
1.7.Belanghebbende heeft voorafgaande aan de zitting een pleitnota aan het Hof toegezonden, welke in afschrift is verstrekt aan de wederpartij. Het Hof rekent deze pleitnota tot de stukken van het geding.
Omdat de reactie van de Inspecteur op het verwijzingsarrest en op de conclusie van belanghebbende en de voorafgaande aan de zitting door belanghebbende aan het Hof toegezonden pleitnota elkaar hebben gekruist, heeft belanghebbende te dezer zitting een nieuwe pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. Ook de Inspecteur heeft een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en de wederpartij.
1.8.Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
1.9.Van het onderzoek ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.