ECLI:NL:HR:2004:AO3075
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- G.J. Zuurmond
- L. Monné
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbaarheid van ziektekosten in verband met eigen vermogen van een verwant
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De belanghebbende had voor het jaar 1996 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ontvangen, gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 270.282. Na bezwaar werd deze aanslag door de Inspecteur gehandhaafd, maar het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en verlaagde de aanslag naar ƒ 139.242. De Staatssecretaris ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De zaak draait om de aftrekbaarheid van ziektekosten die de belanghebbende heeft gemaakt voor zijn zoon, die na een verkeersongeluk in coma raakte en naar Nederland werd gebracht. De belanghebbende heeft ƒ 133.272 van de kosten van de ambulancevlucht betaald. De Inspecteur stelde dat de zoon over eigen vermogen beschikte, wat volgens hem betekende dat de belanghebbende deze kosten niet kon aftrekken. Het Hof oordeelde echter dat de ziektekosten aftrekbaar waren, ongeacht de draagkracht van de zoon.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte het verweer van de Inspecteur heeft gepasseerd. De Hoge Raad stelt dat uitgaven die een belastingplichtige doet voor de ziekte van een verwant, alleen aftrekbaar zijn als er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat de belastingplichtige zich gedrongen voelde om deze kosten te maken. De Hoge Raad verklaart het beroep van de Staatssecretaris gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.