In deze zaak gaat het om de WOZ-waarde van een vrijstaande woning, waar belanghebbende stelt dat hij ten onrechte niet is gehoord in de bezwaarfase. De Heffingsambtenaar van de gemeente Sint-Oedenrode had de waarde van de woning vastgesteld op € 823.000 voor het kalenderjaar 2013. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt, maar de Heffingsambtenaar handhaafde de waarde en de aanslag onroerendezaakbelasting. De Rechtbank Oost-Brabant verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Het Hof oordeelt dat belanghebbende inderdaad benadeeld is doordat er geen hoorgesprek heeft plaatsgevonden, wat in strijd is met artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het Hof concludeert dat het gebrek in de bezwaarfase niet kan worden gepasseerd met toepassing van artikel 6:22 van de Awb. De uitspraken van de Heffingsambtenaar worden vernietigd en de zaak wordt terugverwezen naar de Heffingsambtenaar voor een hoorgesprek en nieuwe uitspraken op bezwaar. Tevens wordt de Heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van de kosten van het bezwaar en de proceskosten van belanghebbende.
De uitspraak van de Rechtbank wordt vernietigd, en het Hof bevestigt dat belanghebbende recht heeft op een vergoeding voor de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De totale kosten worden vastgesteld op € 2.230, en het griffierecht van € 166 moet worden vergoed aan belanghebbende.