Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
ƒ 455.020of € 206.479
ƒ 150.0006,5% aflossingsvrij tot 3-12-2006
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Het Hof stelt vast dat het hier een complexe zaak betreft. Hierin ziet het Hof aanleiding voor verlenging van de meerbedoelde termijn van één jaar tot twee jaren.
Voorts heeft tijdens de behandeling door het Hof een uitgebreide correspondentiewisseling plaatsgevonden. Gedurende deze correspondentiewisseling heeft belanghebbende meermalen, buiten de in de procesregeling vermelde termijnen om, aanvullend uitstel voor het verrichten van proceshandelingen gevraagd en gekregen. Het betreft de navolgende perioden:
5.Beslissing
- verklaart de beroepen niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de Minister van Veiligheid en Justitie tot vergoeding van de immateriële schade van belanghebbende tot een bedrag van € 1.500;
- bekrachtigt de beslissing van Hof Arnhem met betrekking tot de vergoeding van het griffierecht, inhoudende dat de Staat (thans de Inspecteur) aan belanghebbende het door deze gestorte griffierecht van € 1.092 dient te vergoeden;
- bekrachtigt de beslissing van Hof Arnhem met betrekking tot de proceskostenveroordeling, inhoudende dat de Inspecteur wordt veroordeeld in de kosten van het geding bij Hof Arnhem aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 471; en
- veroordeelt de Inspecteur in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 2.790.