ECLI:NL:HR:2012:BW5388
Hoge Raad
- Cassatie
- H.J. de Klerk
- A. Hammerstein
- M. de Vries
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Minister van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem inzake vennootschapsbelasting aan X B.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 mei 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Minister van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die op 7 april 2010 was gedaan in de zaken met nummers 05/00156, 05/00157, 05/00158 en 05/00159. De kwestie betrof de aan X B.V. te Z opgelegde (navorderings)aanslagen in de vennootschapsbelasting. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van het Gerechtshof niet in stand blijft. De Hoge Raad heeft daarbij verwezen naar de relevante artikelen van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, specifiek artikelen 20b, lid 3, en 21a, lid 1, die betrekking hebben op de beschikkingen die aan de aanslagen zijn verbonden. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de belastingpraktijk en de wijze waarop vennootschapsbelasting wordt geheven en nagevorderd. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen ook het arrest 10/02081 genoemd, dat relevant is voor de beoordeling van deze zaak.