ECLI:NL:HR:2012:BW5388

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02035
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van de Minister van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem inzake vennootschapsbelasting aan X B.V.

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 mei 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Minister van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die op 7 april 2010 was gedaan in de zaken met nummers 05/00156, 05/00157, 05/00158 en 05/00159. De kwestie betrof de aan X B.V. te Z opgelegde (navorderings)aanslagen in de vennootschapsbelasting. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van het Gerechtshof niet in stand blijft. De Hoge Raad heeft daarbij verwezen naar de relevante artikelen van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, specifiek artikelen 20b, lid 3, en 21a, lid 1, die betrekking hebben op de beschikkingen die aan de aanslagen zijn verbonden. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de belastingpraktijk en de wijze waarop vennootschapsbelasting wordt geheven en nagevorderd. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen ook het arrest 10/02081 genoemd, dat relevant is voor de beoordeling van deze zaak.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van de Minister van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 7 april 2010, nrs. 05/00156, 05/00157, 05/00158 en 05/00159, betreffende aan X B.V. te Z opgelegde (navorderings)aanslagen in de vennootschapsbelasting en de daarbij gegeven beschikkingen als bedoeld in de artikelen 20b, lid 3, en 21a, lid 1, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.