Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
.
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de legesnota van € 4,85 die aan de belanghebbende is opgelegd voor het verstrekken van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA). De belanghebbende heeft in hoger beroep de vraag gesteld of deze legesnota terecht is opgelegd. Het geschil spitst zich toe op twee vragen: of de dienst van het verstrekken van een uittreksel uit de GBA een individualiseerbaar belang betreft en of de kosten hoger zijn dan de kostprijs. Het Hof heeft de eerste vraag bevestigend beantwoord, waarbij het oordeelt dat de werkzaamheden van de gemeente in dit geval rechtstreeks en in overheersende mate verband houden met de dienstverlening ten behoeve van een individualiseerbaar belang. De tweede vraag is ontkennend beantwoord, omdat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat de kosten hoger zijn dan de kostprijs. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.