2.17.In het BBBB 1998, St.crt. 2013, 35876, zoals dat luidde vanaf 1 januari 2014, is, voor zover te dezen van belang, het volgende vermeld:
‘HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
3. Op beboetbare feiten die zijn begaan vóór de inwerkingtredingsdatum van dit besluit blijven de (oude) beleidsregels van toepassing, zoals deze luidden ten tijde van het begaan het beboetbare feit. Indien ter zake van deze feiten op het moment van inwerkingtreding van dit besluit nog geen boete is opgelegd of de boetebeschikking nog niet onherroepelijk vaststaat, dan zijn de beleidsregels van dit (nieuwe) besluit van toepassing voor zover deze gunstiger zijn voor belanghebbende.
HOOFDSTUK 2 VERZUIMBOETEN
§ 21. Aangifteverzuimboete aanslagbelasting artikel 67a van de AWR
1. Het niet of niet binnen de termijn doen van aangifte voor de aanslagbelastingen wordt aangemerkt als een verzuim.
2. Ter zake van een aangifteverzuim legt de inspecteur een verzuimboete op van zeven procent van het wettelijk maximum van artikel 67a van de AWR.
4. Bij het niet of niet binnen de termijn doen van aangifte voor de aanslagbelastingen is alleen sprake van een verzuim, indien belanghebbende de aangifte niet binnen een door de inspecteur gestelde termijn heeft gedaan en hij geen gevolg heeft gegeven aan een aanmaning van de inspecteur.
5. Een aangifte die wordt ingediend nadat de aanslag (ambtshalve) is opgelegd, geldt niet alsnog als een (niet binnen de termijn) gedane aangifte.
8. Indien de inspecteur de verzuimboete oplegt bij afzonderlijke beschikking vóór de aanslag, dan kan het alsnog indienen van de aangifte een omstandigheid zijn die aanleiding geeft de verzuimboete te matigen. Van een dergelijke strafverminderende omstandigheid is sprake, als de belanghebbende alsnog de aangifte doet in de periode die aanvangt met het verstrijken van de termijn in de aanmaning en uiterlijk in voorkomende gevallen eindigt op de dag dat de inspecteur uitspraak op bezwaar tegen de boetebeschikking doet. Het voorgaande geldt dus ook als de belanghebbende alsnog de aangifte doet kort na het verstrijken van de termijn in de aanmaning. In dergelijke gevallen zal de inspecteur de verzuimboete ambtshalve verminderen.
In de in dit lid genoemde gevallen wordt de verzuimboete voor de inkomstenbelasting gematigd tot 1 procent van het wettelijk maximum van artikel 67a van de AWR (…).
2. Voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting is paragraaf 21 van dit besluit van toepassing op belastingjaren vanaf 2014.
3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.