In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een aanslag leges die aan de belanghebbende was opgelegd naar aanleiding van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. De Heffingsambtenaar had de aanslag opgelegd op basis van de gemeentelijke Legesverordening en de bijbehorende Tarieventabel, maar het Hof oordeelde dat de bekendmaking van het normblad NEN 2631 en de ROEB-lijst niet op de voorgeschreven wijze had plaatsgevonden. Dit leidde tot de conclusie dat de gemeentelijke regeling op grond waarvan de bouwkosten konden worden geraamd, onverbindend was. Het Hof vernietigde de aanslag en verklaarde het hoger beroep gegrond. De uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant werd vernietigd, evenals de uitspraak van de Heffingsambtenaar. De Heffingsambtenaar werd bovendien verplicht om het griffierecht dat de belanghebbende had betaald, te vergoeden. De zaak benadrukt het belang van correcte bekendmaking van gemeentelijke regelgeving en de gevolgen van het niet naleven van deze vereisten voor de rechtsgeldigheid van belastingheffingen.