In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan na verwijzing door de Hoge Raad. De zaak betreft een belastinggeschil tussen de Gemeente Aalten en de Inspecteur van de Belastingdienst over naheffingsaanslagen omzetbelasting. De Hoge Raad had eerder de uitspraken van de Rechtbank Arnhem vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Hof. Het Hof moest zich afvragen of het bevoegd was om de zaak te behandelen, gezien de vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank. Het Hof concludeert dat er sprake is van een kennelijke verschrijving in het dictum van de Hoge Raad, waardoor het Hof bevoegd is om de zaak te behandelen.
De Gemeente Aalten had bezwaar gemaakt tegen twee naheffingsaanslagen, die door de Inspecteur waren gehandhaafd. De Rechtbank had in eerste instantie de naheffingsaanslag 2004 ongegrond verklaard en de naheffingsaanslag 2005-2007 verminderd. De Inspecteur had vervolgens hoger beroep ingesteld, maar het Hof oordeelt dat de Gemeente Aalten geen misbruik van recht heeft gepleegd bij de overdracht van de nieuwbouwscholen aan de Stichting. Het Hof vernietigt de uitspraken van de Rechtbank en de naheffingsaanslagen, en veroordeelt de Inspecteur tot betaling van de proceskosten aan de Gemeente Aalten.