Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
de inspecteur van de Belastingdienst/Holland-Noord/kantoor Alkmaar,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil na verwijzing, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
vernietigtde uitspraken op bezwaar betreffende de bij de navorderingsaanslagen in de IB/PVV voor de jaren 1991 tot en met 1997 behorende kwijtscheldingsbesluiten;
vernietigtde uitspraak op bezwaar betreffende de bij de navorderingsaanslag in de IB/PVV voor de jaren 1998 tot en met 2000 behorende boetebeschikking;
scheldtde verhogingen voor de jaren 1991 tot en met 1997 gedeeltelijk kwijt, in die zin dat de verhogingen na kwijtschelding 64% van de onherroepelijk vaststaande navorderingsaanslagen IB/PVV bedragen;
vermindertde boeten voor de jaren 1998 tot en met 2000 tot 64% van de belasting- en premiebedragen zoals die overeenkomstig de vermindering zoals beslist door Gerechtshof Amsterdam zijn komen te luiden; en
veroordeeltde Inspecteur in de kosten van de gedingen bij het Hof en bij Gerechtshof ’s‑Gravenhage aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 2.556,75.