Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
SPECIFICATIE GROND [adres 1] 22, [postcode] [E]
113.445
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
€ 87.500
geenin rechte te honoreren vertrouwen heeft gewekt dat de waarde het perceel per 1 januari 2001 € 621.225 bedraagt, bestaat tussen partijen overeenstemming dat het belastbaar inkomen uit werk en woning voor het jaar 2006 van belanghebbende dient te worden vastgesteld op € 98.146. Dit bedrag is als volgt berekend:
€ 87.500
4.Gronden
2001. In de bijlage, gevoegd bij het schrijven van 14 september 2004, zijnde de reactie op de in het kader van de aanslagregeling 2002 ontvangen vragenbrief van de Inspecteur van 9 september 2004, is door belanghebbende de ‘Taxatiewaarde per 1 januari
2002’ vermeld (cursivering: Hof) . De taxatiewaarde per 1 januari 2002 zal doorgaans niet gelijk zijn aan de waarde in het economische verkeer per 1 januari 2001. Reeds door het vermelden van de ‘Taxatiewaarde per 1 januari 2002’ door belanghebbende kan er naar het oordeel van het Hof geen sprake van zijn dat de Inspecteur een in rechte te honoreren vertrouwen heeft gewekt ten aanzien van de waarde in het economische verkeer per 1 januari 2001.
Opbrengst door het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelenverzocht om een specificatie van de opbrengst van € 32.207 en van de onroerende zaken van € 621.225. Naar het oordeel van het Hof duidt het ‘kopje’
Opbrengst (…)er reeds op dat de Inspecteur niet de
waarderingaan de orde wilde stellen, maar het voor het jaar 2002 in de aangifte verantwoorde
inkomenter zake van het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen. Zulks wordt versterkt door het verzoek om een
specificatievan de opbrengst en van de onroerende zaken. Blijkens de Van Dale, Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal, dient onder ‘specificatie’, voor zover van belang, te worden verstaan: ‘1. gesplitste opgave, vermelding van de afzonderlijke onderdelen waaruit een verzameling of totaal bestaat: kostenspecificatie, loonspecificatie, salarisspecificatie’. Het vragen naar specificaties impliceert naar het oordeel van het Hof dat de Inspecteur kennis wilde nemen van de samenstelling/afzonderlijke onderdelen van de opbrengst en van de onroerende zaken, en op dat moment geen belangstelling toonde voor de waardering van de onroerende zaken. Tot slot merkt het Hof in dit verband op dat de Inspecteur ook geen enkel belang had bij (het vaststellen van) de waarde van het perceel, omdat die waarde niet van invloed was op het bepalen van het inkomen ter zake van het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen. Uit het vorenstaande concludeert het Hof dan ook dat de Inspecteur bij de aanslagregeling 2002 niet gericht vragen heeft gesteld over de waarde(ring) van het perceel, noch anderszins gedragingen heeft vertoond die bij belanghebbende de indruk hebben kunnen wekken dat de waarde(ring) van het perceel onderwerp van de aanslagregeling 2002 was.
SPECIFICATIE GROND [adres 1] 22, [postcode] [E]’ heeft belanghebbende in antwoord op het verzoek om informatie van de Inspecteur van 9 september 2004 vermeld dat de taxatiewaarde per 1 januari 2002 € 621.225 bedraagt. Met deze enkele vermelding kan naar het oordeel van het Hof niet worden gesproken van het uitdrukkelijk en gemotiveerd aan de orde stellen van de waarde(ring) van het perceel. Voorts was de Inspecteur niet gehouden om een taxatie uit te voeren of nadere vragen te stellen, temeer niet, omdat de Inspecteur met het oog op de aanslagregeling 2002 geen belang had bij het vaststellen van de waarde van het perceel. Uit het feit dat per 1 januari 2001 de tbs-regeling van kracht is geworden, en in het kader daarvan op een in de toekomst gelegen tijdstip de inbrengwaarde van belang zal zijn, volgt niet dat op de Inspecteur de verplichting rustte om bij de aanslagregeling 2002 de waarde van het perceel per 1 januari 2001 te toetsen.
huurovereenkomst, gecalculeerd als volgt:
vergoedingsbedrag per 01-04-2006: -/-
NLG 1.968.453,=
NLG 465.997,=
5.Beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, de kosten van bezwaar, de proceskosten inzake het beroep en de schadevergoeding,
- verklaarthet tegen de uitspraak van de Inspecteur bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond,
- vernietigtde uitspraak van de Inspecteur,
- vermindertde aanslag tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 98.146, onder handhaving van de overige elementen, en
- gelastdat de Staat aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 115 vergoedt.