ECLI:NL:GHLEE:2010:BN3632
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Dijkstra
- Beswerda
- Van Schuijlenburg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake administratieve sanctie verkeersvoorschriften
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de officier van justitie tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, die op 9 februari 2010 een beroep van de betrokkene gedeeltelijk gegrond verklaarde en de opgelegde sanctie matigde tot € 45,-. De betrokkene, wonende te [woonplaats], had tegen de beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie beroep ingesteld. De kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden van de gedraging het opleggen van een hogere sanctie niet rechtvaardigden. De officier van justitie was het niet eens met deze beslissing en stelde hoger beroep in bij het gerechtshof te Leeuwarden.
Het hof heeft in zijn beoordeling de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de officier van justitie onderzocht. Volgens artikel 14, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) kan hoger beroep alleen worden ingesteld als de opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,- bedraagt. Het hof concludeert dat de officier van justitie in dit geval niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat de sanctie na de beslissing van de kantonrechter onder de appelgrens van € 70,- is komen te liggen.
Het hof verwijst naar de wetsgeschiedenis en eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat de mogelijkheid tot hoger beroep in WAHV-zaken beperkt is tot gevallen waarin de sanctie boven de drempel van € 70,- ligt. De beslissing van de kantonrechter wordt bevestigd, en het hoger beroep van de officier van justitie wordt niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest is uitgesproken door de rechters Dijkstra, Beswerda en Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van griffier Samplonius.